Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Landgoed Blikkenburg

Door: Elian de Jonge

Meer dan wat het oog ziet

Het landgoed Blikkenburg ligt in het dorpsrandgebied van Zeist ten zuidoosten van Slot Zeist, aan de Blikkenburgerlaan. Het klassieke, statige witte huis en het park zijn aangelegd rond 1850. Maar Blikkenburg is – of was – meer dan wat het oog ziet. Het 19e-eeuwse woonhuis ligt namelijk niet ver van de plaats van waar vroeger een echte ridderhofstad met een slotgracht stond: kasteel Blikkenburg.

Dat kasteel stond ongeveer waar nu de boerderij staat, in het grote weiland naast het park. Als we een slordige zevenhonderd jaar teruggaan in de tijd, komen we ongeveer in de ontstaansperiode van het oorspronkelijke kasteel.

Van Wulven

In de late middeleeuwen ontstonden enkele kastelen op de grens van de Utrechtse Heuvelrug en de lager gelegen broekgronden (drassige gronden).

Met het beschikbare water konden de slotgrachten makkelijker gevuld worden. Een voorbeeld kasteel is Blikkenburg. Dat werd waarschijnlijk rond 1300 gesticht door een lid van de familie Van Wulven, een beambte in dienst van de bisschop van Utrecht. Deze machtige Stichtse familie stond aan de oorsprong van meer ridderhofsteden uit de omgeving, zoals Hindersteyn en Amelisweerd. Zij waren ook eigenaar van kasteel Sterkenborg aan de Langbroekerwetering, dat nog steeds bestaat.

Landgoed Blikkenburg in 2016
Ridderhofstad Blikkenburg, tekening Roelant Roghman 1646-47, foto ZHG
Erkenning als Ridderhofstad

Blikkenburg wordt voor het eerst genoemd in een schriftelijke bron uit 1368, als leen van de heren van Abcoude en Hardenbroek. In dat jaar verkoopt de toenmalige eigenaar Willem van der Weyde het kasteel voor 3.000 pond aan Frederik van Zuylen Nyevelt (1340-1403) , die getrouwd is met Foyse Sophie Poth van Blickenburg (1330-1386). Het werd toen beschreven als een huis met veertig morgen land; twintig morgen als leen van de heer van Abcoude en twintig morgen als leen van Hardenbroek.

Met een morgen wordt een gebied aangeduid dat in een ochtend kon worden geploegd. Een morgen is meestal iets minder dan een hectare groot. De precieze grootte is echter streekgebonden. De Biltse morgen is 0,92 hectare.

In 1459 gaan de goederen en rechten van de heren van Abcoude over op de bisschop en wordt Blikkenburg ook een Stichts leen. Het huis blijft in de familie Van Zuylen tot 1503, als erfdochter Anna van Zuylen het huis overdraagt aan haar neef Frederik de Voogd van Ryneveld. Niet veel later – om precies te zijn in 1537 – erkennen de Staten van Utrecht het kasteel als ridderhofstad. Het is de derde ridderhofstad bij Zeist, naast Kersbergen en ‘dat huys te Seyst’. In de loop der jaren is het Blikkenburg vast wel eens verbouwd. Het wisselt vele malen van eigenaar.

Ruïne

Blikkenburg wordt eerst een leen van Karel V, nadat hij de wereldlijke rechten van de bisschop had overgenomen en vervolgens tot 1581 van zijn zoon Philips II. Na 1581 vallen alle leenheerschappen van de Stichtse lenen onder de Staten van Utrecht. In 1628 vererft het huis aan de familie Van Brakell. In deze familie blijft het huis vier generaties lang. Op een kaart van 1628 wordt het dorp Zeist aangeduid met een kerk. Verder is er sprake van twee kastelen: ‘Blijckenborch’ en ‘Kersbergen’. Het oude ‘huys te Seyst’ is dan waarschijnlijk al vervallen tot een ruïne.

Schilder Roelant Roghman (1627-1692) werd bekend met zijn circa 200 prenten van kastelen en buitenplaatsen in Holland en Utrecht. In die serie (1646-1647) tekende hij ook Blikkenburg. Daarop staat links het poortje dat toegang geeft tot het terrein rond de ridderhofstad.

Blikkenburg circa 1750 door Hendrik Spilman
Rampjaar en sloop

In het rampjaar 1672 ontkomt ook Blikkenburg niet aan verwoesting door de Franse troepen. De familie Van Brakell herbouwt Blikkenburg echter, hoewel onbekend is in welke vorm. Na de dood van Jonkheer Zweder Willem van Brakell vererft het huis aan de familie van zijn moeder en komt dan in bezit van Johan Adriaan van Renesse van Baer. Zijn dochter Mechteld verkoopt het huis in 1687 voor fl. 10.800,- aan Willem Adriaan graaf van Nassau Heer van Odijk (1632 – 1705), een kleinzoon van Prins Maurits. Hij liet ook Slot Zeist bouwen, dat in 1686 werd voltooid.

In het algemeen geldt 1687 ook als het jaar van de sloop van het oude kasteel. Na de sloop van het kasteel blijft de toegangspoort zeker nog een tijd bestaan. Het wordt een geliefd onderwerp voor tekenaars, onder wie Hendrik Spilman. Jammer genoeg geven de weinige beschikbare tekeningen, gravures e.d. een beperkt zicht op wat zich achter het poortje bevindt. Steeds zijn een simpele boerderij en hooibergen te zien.

Voorzijde Blikkenburg circa 1730 door Louis Philip Serrurier
Wat stond er nog in de 18e eeuw?

Wat er in de 18e eeuw op het terrein van Blikkenburg heeft gestaan, is ook niet echt duidelijk. Tot nu toe denkt men dat achter het poortgebouw slechts enkele gebouwen met een agrarische bestemming stonden; een boerderij, schuren, stallen, hooibergen. Van een tekening van Louis Philip Serrurier wordt gezegd dat deze de voorgevel van Blikkenburg weergeeft, in circa 1730. Betwijfeld werd of dit wel Blikkenburg was. Aardig is dat er een kaart is uit 1770 waarop ‘Blickenburg’ staat afbeeld; een omgracht rond eilandje met bomen, het bekende toegangspoortje duidelijk aan de linkerkant en een aantal gebouwen. Het grootste gebouw heeft de vorm van het huis op de tekening van Serrurier.

In 1818 wordt Blikkenburg verkocht aan Jacoba Margaretha van Harscamp, die getrouwd was met Jan Anthony baron Taets van Amerongen (1769-1828), heer van Woudenberg, lid van gedeputeerde staten van Utrecht. Marie Isabelle Anne Josine Charlotte, Barones Taets van Amerongen (1802-1849) koopt Blikkenburg op een veiling, in 1829, het zelfde jaar dat ze trouwt met jonkheer Jan Elias Huydecoper (1798-1865), Heer van ambachtsheerlijkheid Zeist (sinds 1830), die ook al eigenaar was van het naburige Wulperhorst en een jaar later tevens van Slot Zeist.

Blikkenburg in 1870 - ZHG
Een nieuw leven voor het landgoed

Jan Elias Huydecoper gaf tuinarchitect J.D. Zocher in 1831 opdracht om het park achter het Slot Zeist te veranderen in een landschapspark. Hij liet meteen zijn drie buitens verbinden door zichtlijnen en slingerende wandelpaden. Een deel van deze paden is nog steeds rond de buitenplaatsen terug te vinden.

J. E. Huydecoper gaf rond 1850 Karel George Zocher de opdracht voor het ontwerpen van park en huis op het terrein van Blikkenburg, ten zuidwesten van waar ooit het kasteel stond. Karels broer had eerder het landschapspark van Slot Zeist ontworpen. In 1851 vermaakte jonkheer J.E. Huydecoper de buitenplaats aan zijn zoon jonkheer Jan Louis Rijnier L.R.A. Huydecoper (1822-1886) en diens echtgenote L.E. barones van Hardenbroek (1827-1909).

In 1852 worden huis en koetshuis gebouwd. Bijzonder is dat Karel Zocher, die zich meestal beperkte tot parken en tuinen, ook het huis ontwierp. Zo kreeg hij de kans van de onderdelen van de buitenplaats een eenheid te maken.

Joan Adolf Huydecoper (1856-1921), de zoon van de jonkheer en de barones, bewoonde de buitenplaats vanaf 1910, met zijn gezin. Vanaf 1922 wordt het landgoed bewoont door een huurder: J.G.G. baron Taets van Amerongen van Renswoude. In 1950 komt het huis in zijn bezit. Na zijn dood op 30 juli 1978, wordt Blikkenburg eigendom van H.M. baron Taets van Amerongen.

De huidige eigenaren hebben het buiten in 1980 geheel gerestaureerd.

Restauratie tuin- en parkaanleg

De in de loop der jaren verwaarloosde tuin- en parkaanleg zijn op basis van een plan van Copijn uit 2002 hersteld. Daarbij is niet de oorspronkelijke toestand hersteld, maar is wel heel goed gekeken naar de bedoelingen die Zocher ooit had. Zijn plan en de huidige toestand zijn ter vergelijking over elkaar heen gelegd. Uiteindelijk is er een nieuw ontwerp gemaakt dat natuurwaarden en historische waarden, zoals de uitgangspunten van het eerste ontwerp, respecteert. Het was een gedetailleerd werk; iedere boom in het park heeft een eigen nummer.

Boerderij

De huidige langhuisboerderij ligt in het veld waaronder zich de fundamenten van het oude kasteel en latere bebouwing bevinden. Voor het ontstaan van de boerderij doen meer jaartallen de ronde, zoals 1818 en 1850, maar op een kaart uit 1802 is de boerderij al weergegeven op zijn huidige plaats. Alleen het grootste gebouw – de boerderij – resteert. In de jaren zestig en zeventig is in de boerderij een manege gevestigd geweest. De eigenaren van Blikkenburg hebben de boerderij en omliggend terrein in 2008 gekocht en zo die delen van Blikkenburg weer verenigd. Momenteel heeft de boerderij – na een restauratie – deels een woonbestemming.

Blikkenburg met serre 1912 - detail -ZHG