Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Remia, sauzenhart van Den Dolder

Door Ruud van der Sar en Frits Stuurman
Redactie: Petra Koek

Remia, sauzenhart van Den Dolder is het verhaal van de fabriek in Den Dolder.

Het begin van Remia

Ook grote zaken zoals Remia zijn klein begonnen. Op 19 oktober 1925 kocht de heer A. de Rooij, 20 jaar jong, een fiets met een grote mand voorop. Hij vulde de mand met pakjes margarine en roomboter en ging op pad om zijn waren te verkopen aan Amersfoortse huisvrouwen in de omgeving van de Kapelweg waar hij woonde.

In korte tijd weet hij een goede klantenkring op te bouwen en na enkele jaren bezoekt hij de eerste winkeliers. Hij ontpopt zich als grossier en stelt een boekhouder aan voor de administratie, de heer M. van de Hooff, die later adjunct-directeur van Remia wordt. De Rooij brengt margarine onder de merknaam Remia uit, dat staat voor ‘De Rooij’s Electrische Melangeer Inrichting Amersfoort’. Hij start een eigen productieproces en doet dat in een bescheiden vetfabriek aan de Muurhuizen in Amersfoort. Als hij aan de Isseltsche weg op 5 februari 1940 zijn nieuwe, modern geoutilleerde fabriek opent heeft hij 28 personeelsleden. In deze fabriek heeft Remia geproduceerd tot 1951.

De Stichtsche Margarine Fabriek (SMF) was gevestigd in Soesterberg aan de Amersfoortseweg. Tijdens een grote brand op 18 april 1941 op de Leusderheide, waarbij veel mijnen en vliegtuigbommen ontploften, werd de NV Stichtse Margarinefabriek (n.b. met rieten dak!) ernstig beschadigd: productie was dan ook niet meer mogelijk. Directeur Holthuis kocht de oude gebouwen van De Duif in Den Dolder. Omdat dit complex langdurig leeg had gestaan (de bomen groeiden inmiddels in de gebouwen) kon de productie pas in 1945 op gang komen.

Fietsmand
Luchtfoto 1954
Van ruilen komt samenwerking

Er waren na de oorlog veel regelingen. Op grond van een regeling van het Productschap voor Margarine, Vetten en oliën mochten producten en grondstoffen ‘geruild’ worden. SMF en Remia ruilden veel. Het bleek al gauw dat Remia in Amersfoort uit haar voegen barstte en SMF eigenlijk teveel ruimte had. SMF en Remia fuseerden op 6 juni 1951 en heette vanaf toen Remia NV. Na een verbouwing werkten vanaf eind 1951 de medewerkers van Remia Amersfoort in Den Dolder.

Vertegenwoordiger van Remia: van de straat!

Remia werkte al in de ‘Amersfoortse tijd’ met vertegenwoordigers die de margarine van de fabriek naar de klanten (kruideniers, melkboeren e.d) brachten. De vertegenwoordigers reden met vrachtauto’s van 5 ton. Om half acht vertrok men bijvoorbeeld in een Bedford vanaf het depot in Den Dolder. De auto stond dan al op de helling voor de kelderverdieping, waar de monteurs van de garage hem hadden neergezet. De bestelde voorraad dozen werd geladen via een lopende band, in de auto werden ze met de hand gestapeld, zodat ze stevig klem stonden. Er werden per dag zo’n zestig tot tachtig klanten bezocht. De margarine werd afgeleverd bij het huis/bedrijf van de melkhandel, waar meestal de vrouw de dozen in ontvangst nam en de rekening betaalde. Voor de bijrijder was het de kunst om helemaal klaar te zijn met transporteren van de dozen als ook de vertegenwoordiger klaar was met afwerking van de betaling.

Aan het einde van de dag (vaak rond 19.00 uur) reed men dan weer terug naar het depot, waar de administratie van de dag gemaakt moest worden. De bijrijder telde in de auto de voorraad op, zodat bij aankomst meteen de bestelling ingeleverd kon worden. Op vrijdagavond volgde de weekafrekening bij de heer Scholman, ieder op zijn beurt. Dus wie het eerst binnen was, kon ook het eerst naar huis, met een sigaretje van de baas!

Oude reclamefolder Remia
Verkopen is een kunst: sparen helpt daarbij!

De kunst was natuurlijk om zo veel mogelijk klanten te krijgen en met spaaracties ging dat gesmeerd: bijvoorbeeld in de tijd van de Bambino-stenen. De melkhandel werd dan aangespoord Dex te gaan verkopen. Het verhaal gaat dat vertegenwoordigers bij het uitgaan van de lagere school in een dorp zakjes Bambinostenen aan de leerlingen uitdeelden. Daar werd dan uiteraard bij verteld dat je zo’n zakje kreeg bij 3 pakjes DEX en dat die te koop waren bij die en die melkhandel.

Via de kinderen kwamen dan vanzelf de moeders vragen om DEX en Bambinostenen. Ook speldjes, glazen en andere aantrekkelijke producten werden gebruikt als handig smeermiddel bij de verkoop. Later kon men zegeltjes, pasteurmerkjes, sparen voor gratis messen en porseleinen kop en schotels. Die laatste actie was zo succesvol dat de fabriek in Beieren de aanvraag niet aankon.

Blik van Remia
Marktleider in Afrika

Tot slot: Wist u dat Remia in Afrika marktleider van margarine is? Het product wordt onder andere geleverd in blikjes met een ouderwets aandoend plaatje van een enthousiaste mevrouw die een blikje omhoog houdt ‘My Brand!’ (Mijn Merk!). Pogingen om een modernere verpakking te introduceren mislukten: men wilde de oude verpakking terug om omzetdaling te voorkomen.

Een uitvoerig verslag van de ontwikkeling van Remia verscheen in drie uitgaven van De Dolderse Kroniek: www.historischeverenigingdendolder.nl