Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Slagerij Van der Schoot

Door: Asta Diepen Stöpler

Rob van der Schoot: “In het begin wist ik niet veel van de slagerij. Ik verkocht een keer een stuk rundvlees als biefstuk.”

Slagerij Van der Schoot bestond van de 30-er jaren tot eind jaren ’60 aan de Antonlaan 69. Het oude pand is gesloopt om plaats te maken voor het Centrum Kernplan. Harry van der Schoot wijdde zich vanaf 1964 op Erica, zijn caravanbedrijf. Op Antonlaan 69 is nu (in 2016) Schoenmakerij De Uitkomst.

Rob van der Schoot blikt terug op de slagerij van zijn ouders en grootouders.

Het begin

Mijn grootouders begonnen in de jaren ‘30 een slagerij op de hoek Antonlaan – Jagerlaan. Mijn ouders Harry en Tineke namen de zaak over begin jaren ‘50. Mijn ouders maakten er een moderne slagerij van met glazen toonbank, koelvitrines, elektronische weegschaal.

In die tijd werden veel zure zult, kaantjes, balkenbrij met stroop verkocht. Ze maakten zelf heerlijke rook- en leverworsten en rundvleeskroketten. Die werden verkocht via een luikje aan de zijkant van de winkel. De uitbeenderij was achter de winkel, hier werden op een flink houten hakblok de grote stukken vlees in kleine stukken gesneden.

Slagerij van der Schoot bestond van de 30-er jaren tot eind jaren ’60 aan de Antonlaan 69.
Toonbank van Slagerij van der Schoot
Vleeswaren

Bij de gesneden vleeswaren deed mijn vader altijd een plastic vloeitje tussen de plakjes. Een klant wilde dit niet, want dan betaalde hij ook voor de vloeitjes. Mijn vader werd boos en gaf een klap op het zakje rookvlees. De klant zal moeite gehad hebben de plakjes van elkaar te krijgen.

Bestellingen

Iedere donderdag ging mijn oma ‘horen’ welke bestellingen de welgestelde klanten in onder meer het Lyceumkwartier hadden. Ze belde bij iedere klant aan. Hiermee was zij een hele middag bezig. Vervolgens zette ze thuis alles klaar om de volgende dag te bezorgen. Zij droeg een grote tas met geld, want bij aflevering moest contant betaald worden.

In de winkel kochten veel klanten op de pof. ‘Mag ik volgende week betalen?’ Sommigen stonden zo erg in het krijt, dat ze een klein kind stuurden om toch wat vlees te krijgen.

Al jong in de slagerij

In 1964 begon mijn vader te handelen in caravans. Hij kreeg het zo druk dat ik op 14-jarige leeftijd van school moest om in de slagerij te helpen. In het begin wist ik niet veel van de slagerij. Ik verkocht een keer een stuk rundvlees als biefstuk. Beide soorten vlees zijn rood en ik zag het verschil toen echt niet. Mijn vader kon er wel om lachen, de klant vermoedelijk niet.

Dit artikel is al eerder verschenen in De Nieuwsbode op 31 augustus 2016.