Terug naar overzichtTerug naar overzicht
1944: Duizenden vluchtelingen opgevangen

September 1944, het begin

Het gonst van de geruchten: De geallieerden komen eraan! Het is begin september 1944 onrustig in Zeist. Door de Dorpsstraten rijden vrachtauto’s en personenwagens, al dan niet gecamoufleerd. Bij station Driebergen-Zeist is het een drukte van belang met vertrekkende Duitsers. Auto’s en fietsen worden gevorderd. De uitzonderingstoestand wordt afgekondigd. Zondag 17 september zijn er de hele dag vliegtuigen in de lucht en er wordt continu geschoten. Na een paar dagen wordt duidelijk, dat er bij Arnhem wordt gevochten. Er komt een grote vluchtelingenstroom van inwoners uit Arnhem, Limburg en de Veluwe op gang.

Knipsel foto Zusterplein 1949
Organisatie opvang op het Zusterplein

Het Rode Kruis, afdeling Zeist start op 28 september met voorbereidingen voor de opvang van vluchtelingen in Zeist. Al snel wordt duidelijk, dat er een paar duizend vluchtelingen in Zeist terecht zullen komen. Op 3 oktober wordt een inzamelingsactie gehouden onder de Zeister inwoners voor kleding, verbandmiddelen, lakens en linnengoed. De goederen worden in het pand van Duetz aan het Emmaplein/Voorheuvel opgeslagen en uitgedeeld. Op het Zusterplein wordt een evacuatiepost ingericht. In het de tuin van het huis van evangelist Kits op het Zusterplein wordt voor de vluchtelingen gekookt. Er rijden steeds meer platte wagens met witte vlaggen, volgeladen met vluchtelingen door Zeist. Alle vluchtelingen worden op het Zusterplein geregistreerd. Ernstige zieken liggen op matrassen op de vloer in het weduwen- en zusterhuis.

De omstandigheden zijn niet gemakkelijk. Er is al niet veel eten, maar doordat er steeds meer vluchtelingen komen dreigt een groot tekort aan voedsel, elektra en gas. Om de nieuwe stroom vluchtelingen op te vangen worden nog meer kerken en scholen in Zeist door de gemeente gevorderd. Ook de meisjesschool aan het Zusterplein wordt ingericht als ziekenzaal.

Razzia 28 oktober 1944

Ook zijn er geruchten dat er razzia’s door de Duiters worden gehouden om mannen tussen de 16 en 60 jaar aan het werk te zetten bij spoorlijnen en het graven van tankgrachten. 28 Oktober wordt een grote razzia gehouden in Zeist. Overal zijn straten afgezet. Hier en daar klinkt een geweerschot. Op de Nooitgedacht wordt een man, die probeert weg te komen doodgeschoten. De mannen worden verzameld op het Bisonveld. Onder de 3.200 mannen, die worden afgevoerd bevinden zich ook 700 vluchtelingen en medewerkers van het Rode Kruis. Een aantal van de Rode Kruis medewerkers mag weer naar huis. Eind november zijn de vluchtelingen ondergebracht op evacuatie-adressen in Zeist of verder getrokken. De kerk kan weer worden gebruikt voor kerkdiensten. Tot aan het eind van de oorlog zijn veel vluchtelingen op het opvangadres gebleven.

Herinneringen van Reina Brucks-Kits

Mevrouw Reina Brucks- Kits, dochter van meneer Kits herinnert zich de vluchtelingen nog goed. Zij was 10 jaar in 1944. Elke dag kwamen er platte karren op twee grote wielen het Zusterplein opgereden. De karren waren hoog opgestapeld met huisraad. Sommige karren werden getrokken door een paard. Tussen de vluchtelingen zaten ook Joodse mensen en geallieerde soldaten. In de kerk werden de banken opzij geschoven en stro op de grond gelegd. Onder het stro werden als het nodig was de Joodse mensen en soldaten verstopt. Er waren hele grote pannen. Daar werd soep in gemaakt. Lekker was dat niet. Reina vertelt, dat tijdens de razzia op 28 oktober haar vader ook werd opgepakt. Samen met haar moeder ging zij naar het Bisonveld met een tasje met wat eten en kleding. Het was vreselijk. Al die mannen! Overal stonden huilende vrouwen. Gelukkig werd haar vader door toedoen van dokter Giesbergen van het Rode Kruis vrijgelaten om verder te helpen in de opvang van de vluchtelingen.

 

Mevrouw Reina Brucks- Kits
Krantenknipsel van foto gezin Kits
Herinneringen van Jan Herm Kits

De heer Jan Herm Kits weet nog, dat de voorkamer van hun huis aan de Zusterplein 16 gebruikt werd als kantoor voor de registratie van de vluchtelingen. Hij was 8 jaar in 1944. Zijn ouders organiseerden evangelische jeugdkampen. Daardoor stond er een kookwagen in de tuin. Die kwam goed van pas bij de opvang. Daar werd op gekookt voor de vluchtelingen. Samen met zijn zus Reina bracht hij wel eens vluchtelingen naar een opvangadres in Zeist.

Gedenksteentje

In Zeist zijn in 1944 rond de 8.500 vluchtelingen opgevangen. Duizenden vluchtelingen zijn door Zeist heen getrokken. Hun aantal wordt op rond de 50.000 mensen geschat.

Op 24 september 2021 wordt voor de kerk aan het Zusterplein een gedenksteentje gelegd ter herinnering aan de opvang van de duizenden vluchtelingen.

Bronnen:

  • Dagboekfragmenten van de heer Meerdink, secretaris van het Rode Kruis, afdeling Zeist 1944 uitgegeven door ZHG;
  • Zeister Couranten 1944 en 1945;
  • Gemeentearchief Zeist.