Dr. Antonius O.H. Tellegen kon dankzij zijn scherpe geest ver gaan in het verzet.
Geboren te Zwolle volgde Tellegen daar de middelbare school en studeerde hij medicijnen in Leiden. Na hier en daar geprakitseerd te hebben werd hij verbonden aan het hoofdkwartier van het Nederlandsche Rode Kruis te Den Haag als officier van gezondheid der tweede klasse en maakte in deze hoedanigheid de oorlogsdagen van mei 1940 mee.
In vele opzichten was hij bijzonder vooruitstrevend. Zo behoorde hij tot de oprichters van de bloedtransfusiedienst en ontwierp hij met nog enkele deskundigen een unieke operatie-auto. Toen de oorlog uitbrak, was deze auto gereed, maar de toenmalige militaire geneeskundige dienst durfde dit voertuig niet onmiddellijk in gebruik te nemen, zodat de Duitsers na de capitulatie deze auto prompt en puntgaaf overnamen en in gebruik stelden.
Eveneens presteerde de eerste luitenant Tellegen het om in de vroege ochtend van 10 mei 1940, vóór de officiële orders daartoe waren gegeven, de ziekenhuizen in Den Haag opdracht te geven alle observatie- en lopende patiënten naar huis te zenden. Hoe verstandig dit was, bleek al spoedig, toen vele gewonden moesten worden opgenomen ten gevolge van gevechtshandelingen met Duitse parachutisten, welke op 10 mei ’s morgens vroeg rond Den Haag op de vliegvelden Valkenburg, Ockenbug en Ypenburg waren afgeworpen.
Zelf werd hij in de loop van deze gedenkwaardige dagen zwaar gewond bij een poging gewonden uit Wassenaar op te halen. Door Duitse parachutisten – verschanst in het Haagse bos – werd hij op het kruispunt Alkemadelaan-Wassenaarseweg beschoten en getroffen.
Na zijn herstel verrichtte hij korte dienst bij de G.G. en G.D. te Amsterdam. Op 1 januari 1941 volgde zijn aanstelling als (eerste) directeur van de G.G. en G.D. te Zeist. Daarvóór bestond deze instantie en functie niet in Zeist.
Voorts veroorzaakte hij enige deining in de gemeenteraad door een röntgenapparaat aan te vragen en meteen maar te bestellen voor het bevolkingstuberculose-onderzoek. Het toestel was reeds lang in vol bedrijf, toen de gemeentelijke goedkeuring, na veel geharrewar, afkwam.
Nog enige maanden is dr. Tellegen uit zijn Zeister werkkring weggeweest, toen de Nederlandse officieren in krijgsgevangenschap werden gevoerd. In het krijgsgevangenenkamp was hij commandant van het hospitaal. Na zijn terugkeer heeft de bezetter mensen nodig voor werk in Duitsland. Eerst gaat dat nog langs een zoet lijntje, maar steeds meer mensen worden opgeroepen. Dr. Tellegen keurt aan de lopende band voor Duitsland. De N.S.B.-ers, die naar Duitsland willen, worden goedgekeurd. De ‘goeden’ blijken plotseling met vele kwalen behept en worden afgekeurd. Dr. Tellegen noemde dit averechtse geneeskunde en spoorde vele collegae aan hetzelfde te doen.
De bezetters voelden echter nattigheid en gingen herkeuren. De slachtoffers werden volgestopt met pervitintabletten en raakten daardoor in een dusdanige staat van opwinding en nervositeit, dat er geen huis meer mee viel te houden. Een grappige bijzonderheid: een man, die moest worden herkeurd, werkte in een winkel van tabaksartikelen. Hij nam wat te veel in en in zijn opgewondenheid gaf hij de sigaren van zijn baas gratis weg, hetgeen deze helemaal niet zo leuk vond.
Wij kunnen verder nog noemen de verspreiding van het ondergrondse blad “Vrij Nederland” en hulp aan onderduikers. Soms konden de deuren van hun huis (Hoog Kanje 9) ’s nachts gewoon niet meer dicht vanwege de ondergedoken Joden en anderen. ’s Morgens, als de kinderen wakker werden, waren de meesten echter al weer ergens anders ondergebracht, na een nacht van telkens weer angst en spanning. Wat een blijdschap als het licht werd zowel voor gasten, gastheer en gastvrouw, wanneer alles weer was goed gegaan.
Het belangrijkste verzetwerk was militaire spionage, het in kaart brengen van troepenconcentraties, stellingen, troepenverplaatsingen en dergelijke. In Utrecht werd alles nauwkeurig in kaart gebracht en door dr. Tellegen in een geheime bergplaats in zijn motorfiets naar Amsterdam gebracht, waar een rechtstreekse verbinding met Londen bestond. De Duitsers hebben deze bergplaats nooit kunnen ontdekken. Soms vroeg dr. Tellegen in het Zeister politiebureau ’s nacht asiel om veilig te slapen in een cel.
Alle spanning, angst en tragiek waren alleen op te brengen met op de achtergrond een warm idealisme. Verzetswerk was verre van stoere stukjes uithalen, maar bittere ernst, op leven en dood.
Ook het gewoon G.G. en G.D.-arts zijn, leverde vaak grote problemen op zoals bijvoorbeeld het begraven van overleden Joden en onderduikers. Meerdere illegale begrafenissen moesten worden uitgevoerd. Van hetzelfde laken een pak waren de illegale ziekenhuisopnamen van zieke of gewonde Joden en onderduikers.
Alweer een andere verzetsactiviteit vormden de valse persoonsbewijzen, die toch echt waren. Via een speciaal kanaal ‘versierde’ dr. Tellegen bij de staatsdrukkerij blanco persoonsbewijzen en andere documenten, die in Zeist weer pasklaar werden ingevuld voor al degenen, die ze nodig hadden.
Zijn arrestatie was, zoals in zoveel gevallen min of meer een tragisch toeval. Een groepje zeer serieuze jonge jongens (1e jaars studenten) van 18 á 20 jaar had in het Gooi een soort knokploeg gevormd. Een enkele keer kregen zij een opdracht van dr. Tellegen. Toen deze groep werd opgerold heeft een van hen de naam van dr. Tellegen genoemd. Thuiskomend uit Amsterdam werd hij op 7 oktober 1943 gearresteerd en weer naar Amsterdam gebracht. Over het toen gevoerde proces hangt nog altijd een grote waas van geheimzinnigheid. Op de zittingen van het “Feldkriegsgericht” heeft niemand van de aangeklaagden iets los gelaten.
Het groepje Gooise jongens wist niets af van de eigenlijke verzetsactiviteiten van dr. Tellegen.
Met een aantal andere verzetsmensen werd dr. Tellegen op 23 oktober 1943 naar Overveen gebracht en klonken de salvo’s van het vuurpeleton. De erebegraafplaats Overveen werd later zijn laatste rustplaats. Dr. Tellegen was drager van het mobilisatiekruis, het gouden kruis van verdienste van het Rode Kruis en ontving na de oorlog postuum het verzetskruis.
Mevrouw Tellegen werd een dag na de arrestatie van haar man ook gevangen genomen, maar kwam na drie weken terug. Januari 1967 ontvingen beiden, zij en haar man postuum, de hoogste Israëlische onderscheiding, de Yad Vashem, de medaille der rechtvaardigen. Het opschrift – een tekst uit de Talmuth – luidt (uit het Frans vertaald): “Al wie een ziel redt, redt de ganse schepping”. Daaronder: Het dankbare Joodse volk. Doch ook in ons land zullen velen met grote dankbaarheid het verzetswerk van dr. Tellegen blijven gedenken.
Op 20 oktober 1952 is Antonius O.H. Tellegen geëerd met een straatnaam: Antonius O.H. Tellegenlaan.
Nieuwe Zeister Courant 10 juli 1968