Door: Asta Diepen Stöpler
Café Het Hart van Zeist: “Aquarium met onzichtbare visjes.”
Joke en Joop Gijzen runden hun lunchroom/café van 1988 tot 1995 aan de Weeshuislaan. Vanwege ziekte van Joop werd de zaak in 1995 verkocht aan de huidige eigenaresse Corry en haar zoon Jan-Willem, die met eetcafé Pandarve begonnen. Joke Gijzen van Café Het Hart van Zeist vertelt.
Een groot rood hart prijkte op het raam van ‘Het Hart van Zeist’, het café annex lunchroom dat mijn man Joop en ik 7 jaar lang hadden op de Weeshuislaan hoek Slotlaan. Een gezellig plek waar mensen ‘s ochtends koffie kwamen drinken, sommigen uit eenzaamheid. ‘U bent de eerste persoon vandaag waarmee ik praat’, hoorde ik vaak.
Lunchen kon ook bij ons, broodje ham, kaas, kroket, frikandel.
Aan het eind van de middag was het tijd voor wat sterkers. Vijf, zes oudere heren deden zich dan tegoed aan borreltjes en ander gedistilleerd. Twee van hen kwamen dikwijls met de bus en ze vroegen ons om op te letten wanneer de bus er aankwam. Ja, dat kon er ook nog wel bij.
’s Avonds stonden Hollandse gerechten op het menu. In de winters veel stamppotten en in de zomer vooral vlees met groenten en aardappelen. Niet echt culinair, wel gewoon lekker. Rond acht uur ’s avonds sloten we de zaak. Het waren lange dagen, maar erg gezellig.
De mensen kwamen graag, mede vanwege de grappen van mijn man. Ons aquarium trok de aandacht. Joop vertelde dat er onzichtbare visjes in zaten, alleen zichtbaar met een speciale bril. Die bril had hij gewoon bij de Hema gekocht. Terwijl de mensen in de bak tuurden en inderdaad die visjes meenden te zien, nam hij een polaroidfoto. Dan pas vertelde hij dat er geen onzichtbare visjes in zaten. Als troost kregen de mensen hun foto mee.
We kregen mensen van alle rangen en standen over de vloer. Prins Maurits kwam een tijdje regelmatig. Hij at graag een ‘flapoor’, gebakken ei met twee kroketten en boterhammen. .
Dat vond hij heerlijk. We deden net of we niet wisten wie hij was
Tijdens de bouw van Belcour hadden we veel overlast. Opwaaiend stof waardoor klanten niet op ons terras konden zitten en regelmatig weinig parkeerplaatsen in de buurt. Met andere winkeliers van de Weeshuislaan protesteerden we tijdens een gemeenteraadsvergadering. Als publiek had je geen spreekrecht, maar zingen mocht vast wel, dachten we. Vanaf de tribune zongen we ons protestlied, tot verbazing van de politici.
Dit artikel is al eerder verschenen in De Nieuwsbode, 14 september 2015.