Cornelis Vlot streed met zijn geestelijke wapens tegen de bezetters.
Uit het illegale “Parool” van 7 november 1944, voorpagina:
TWEE VERMOORDE VRIENDEN
Wij kunnen dit nummer van onze krant onmogelijk laten verschijnen zonder dat het enkele woorden bevat, gewijd aan de nagedachtenis van enige illegale werkers, die eind oktober in den strijd gebleven zijn. Wij bedoelen:
Op 18 augustus 1944, ergens op de Neude in Utrecht werd een vergadering gehouden. In een gewoon kantoorgebouw, zoals er meerdere op de Neude te vinden zijn. Een vergadering echter, die niets te maken heeft met de kantooraangelegenheden, welke het bord bij de deur zou doen veronderstellen.
Wat precies besproken werd in de geheime vergadering is een-twee-drie niet meer na te gaan, maar het is nu ook niet van zo groot belang. Men is echter waakzaam en gespitst op de geluiden van buiten. Geluiden, die men langzamerhand al te goed kent en die men eigenlijk elk ogenblik van de dag en de nacht voor de eigen deur verwacht: het moment van de eigen arrestatie.
Gierende remmen, laarzen gestamp, harde Duitse bevelen en gebons op deuren. Vele mannen en vrouwen verlaten enige minuten later onder zwaar Duits escorte het gebouw. Onder hen bevindt zich Cornelis Vlot, redactielid van “Je Maintiendrai”.
Ruim twee maanden later sterft hij met enige anderen van zijn groep door de kogels van een vuurpeloton in de schaduw van de St. Bavo te Haarlem.
De dood had een einde gemaakt aan het leven van één der grootheden in de ondergrondse strijd voor het vaderland. Een man, die terstond na de capitulatie van ons leger de strijd tegen de vervloekte nazi-mentaliteit samen met anderen had ingezet om met de wapenen van de geest verder te strijden waar de wapenen van geweld moesten worden gestrekt.
Een harde werker was hij, die van ’s ochtends zeven tot ver na “sperr”-tijd doorwerkte. In een gedenkartikel uit het Utrechtsch Katholiek Dagblad, dat een jaar na zijn dood verscheen – Nederland was inmiddels bevrijd en hard aan de wederopbouw bezig, waaraan Vlot met zo veel vuur zou hebben meegewerkt – staat onder meer het volgende: “ … Hij (Cornelis Vlot) was oersterk en kalm en vond voor alles tijd. Op de redactievergaderingen van “Je Maintiendrai”, die hij voorzat, domineerde hij niet alleen vanwege zijn belezenheid, maar ook door zijn helder inzicht, dat hem in staat stelde terstond tot de kern van de kwestie door te dringen. De verzetsbeweging kreeg een rake klap, toen hij uit haar midden werd weggenomen.”
Enkele grepen uit de levensloop van Cornelis Vlot: geboren 29 november 1906 te Koudekerk (Zeeland), studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Voor de oorlog was hij advocaat en procureur te Den Haag en leidde hij een economisch juridisch adviesbureau te Utrecht. Een enthousiast medestander was hij van het Nationaal Jongeren Verbond. Lange tijd was hij hoofdbestuurslid van deze organisatie en in Zeist voorzitter van de plaatselijke afdeling.
Tijdens de oorlog bestond zijn legale arbeid – voor zover de illegale dat toeliet – uit het redacteurschap van enige periodieken, welke onder andere werden uitgegeven door drukkerij en uitgeversbureau Van Lonkhuyzen, zoals “Prijsbeheersing” en “Nieuwe Wetgeving”. Voorts zijn werk voor het economisch-juridisch adviesbureau te Utrecht. Hoewel reeds ver voor de oorlog politiek geïnteresseerd (zie Nationaal Jongeren Verbond) ontwikkelde hij na de capitulatie van de Nederlandse weermacht een grote activiteit.
23 juli 1940. Linthorst Homan, Enthoven en professor De Quay stichten de “Nederlandse Unie”. Eén der eersten, die tot de Nederlandse Unie toetreden, is Cornelis Vlot. Begin 1941 is hij reeds gewestelijk commissaris voor de Nederlandse Unie te Utrecht.
Na de opheffing van de Nederlandse Unie werd hij organisatiesecretaris van het viermanschap, dat de arbeid van de Uniekernen in het land illegaal voortzette. Een veelheid van illegale activiteiten vormde een belangrijk deel van zijn dagtaak.
Na 1943 werd zijn belangrijkste verzetstaak het vormen van de redactie van “Je Maintiendrai” samen met enkele anderen. “Je Maintiendrai” was een blad met visie. Het riep op tot weloverwogen verzet en het gaf richtlijnen hoe de kwade bedoelingen der bezetters het beste te doorkruisen. “Je Maintiendrai” heeft nimmer geschroomd er voor uit te komen dat het in zijn strijd kracht putte uit de levende bronnen van het Evangelie. In deze sfeer, die zo geheel de zijne was, leefde Cornelis Vlot. In de strijd tegen de Duitse tirannen wist hij van geen wijken. Hij was een trouw, beginselvast strijder, die een onaantastbaar geloof had in de toekomst van zijn vaderland. Een toekomst, waar hij veel over heeft gedacht en geschreven, maar die hij niet meer mocht zien.
Op 3 februari 1964 is Cornelis Vlot geëerd met een straatnaam: Cornelis Vlotlaan.
Nieuwe Zeister Courant 2 oktober 1968