Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Elgeti (Gerrie), oorlogskind 1940-1945

Door: Ben Kuster

Gerrie Elgeti was 6 jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog begon. ‘Als ik nu vliegtuigen hoor, voel ik weer even de angst’.

Paspoort

Naam: Gerrie Elgeti
Geboortedataum: 9 augustus 1934
Adres: Ons gezin woonde op de Voorheuvel achter het voormalige pand van de Kijkgrijp. Naast Deutz was (is) een steeg en daar achterin woonde ik. Dat huis van toen is nu weg.
Gezin: Wij woonden er met zijn zevenen. Mijn vader en moeder en vijf kinderen. Drie meisjes geboren in 1934, 1936, 1938 en twee jongens uit 1941 en 1943.
School: Ik zat op de Slotlaanschool, achter het Irenegebouw, in de 1e klas. Op het schoolplein deden we allerlei spelletjes: hoepelen, knikkeren, hinkelen, schipper mag ik overvaren, tollen en verder moest jezelf vermaken. Ik heb altijd veel gelezen.

Gerrie Elgeti - fotograaf: Sven Jaeger
Een vliegtuig boven Soest
Herinneringen

Welke herinneringen heeft u aan de oorlog?
Bange herinneringen. Het gevaar als je op straat loopt en je de sirenes hoort gaan, de angst die je hebt als je in de verte de vliegtuigen hoort en ziet aankomen. De mensen op je heen die ook proberen een veilig heenkomen te zoeken. Waar denk je aan als boven je hoofd het vliegtuig steeds dichterbij komt. Waar vlucht je heen als je de bomluiken ziet opengaan. Wat houd je er aan over als je even verderop de bommen ziet vallen. Hoe lang duurt het voor de explosies die daarna volgen kunt vergeten. Gelukkig werden we een portiek in getrokken van een huis waar ook andere mensen een veilig heenkomen zochten. Als ik aan de oorlog terug denk is dat wat me het eerste binnenschiet. De angst.

Gerrie Elgeti herinnert zich dat de moeder van een vriendinnetje waar ze aan het spelen was erg bang was. Ik de gang stond altijd een koffertje voor als het luchtalarm ging. De angst van die moeder voelde ze altijd heel erg als ze daar was. Tijdens een van haar bezoekjes daar ging het luchtalarm. De moeder en het vriendinnetje gingen in de gang staan en zij werd naar huis gestuurd. Ze moest dus terwijl het alarm afging en de vliegtuigen er aan aankwamen alleen naar huis terug. Door de angst van die moeder is zelf ook heel erg bang geworden. Ze is nooit vergeten hoe bang ze toen was.

Plekken met een bijzondere betekenis

Het huis waar wij toen woonden, was gelegen naast een gebouw dat werd gebruikt door de Vrije Evangelische Gemeente. Een kerk dus. Ons huis zat daar aanvast. Door de aanwezigheid van de kerk had die plek een intieme beschermende werking. Ook het marktplein heeft voor mij een bijzondere betekenis. Hier speelden we met onze vriendjes en buurtgenootjes. Balspelen, hoepelen, knikkeren, hinkelen, schipper mag ik overvaren, veel gelezen, tollen en jezelf vermaken. Hier konden we kind zijn zoals een kind moet zijn. Zonder zorgen.

Familie en geloof

Heeft u familieleden verloren in de oorlog?
Op 28 november 1944 was er een grote actie waarbij alle mannen nodig waren in Arnhem en omgeving om verdedigingswerken te bouwen en loopgraven te graven. ‘s Morgens vroeg, wij waren nog niet eens aangekleed en mijn vader liep heen weer, bonkten de Duitsers op onze deur. Mijn oom, die bij ons zat ondergedoken, raakte in paniek en vluchtte door de achterdeur de tuin in met zijn PTT pet op. Net toen hij over de schutting wilde springen werd geroepen: Ausweis. Hij raakte in paniek en sprong toch over de schutting. Ik heb het niet gezien maar heb het schot wel gehoord. De paniek en het verdriet dat toen uitbrak vergeet ik nooit weer.

Welke rol speelde het geloof bij u thuis?
Een hele grote rol, daar groeiden wij mee op. Ik kan me een periode herinneren dat het heel, heel moeilijk was om aan eten te komen. Ik moest toen naar de gaarkeuken om eten te halen, want er was gewoon niets meer. Op een avond was er helemaal geen eten meer. Mijn moeder zei: Kind ik kan je niets geven en toen heeft ze spinaziezaad gemalen maar dat kon je ook niet eten het was echt geen doen ze zei: ‘Kind nu krijg je niets. Ik laat het nu maar aan de lieve Heer over.’ Een kwartier later werd er op de achterdeur geklopt en er stond iemand aan de deur met twee broden! Dat was dus duidelijk de hand van God.

Vrijheid: een kostbaar bezit

Welke les heeft u geleerd in die jaren? Door de oorlog ben ik weerbaarder geworden en heb ik geleerd om beter met moeilijke omstandigheden om te gaan. Tijdens de bevrijding al die hossende mensen die door de straat gingen gaf een onvergetelijk gevoel van saamhorigheid. Vrijheid is een kostbaar bezit dat mogen we niet kwijtraken.

Het is nu 70 jaar gelden en tijdens ons gesprek en haar verhaal zie ik dat ze het weer beleeft als toen. Ze vertelt dat ze bij het zien van oorlogsbeelden op televisie of de verhalen die ze leest in de krant ook het verdriet, de twijfel en de onmacht voelt van toen. Ze heeft er later en nu nog gelukkig met mensen over kunnen praten maar heeft het nooit vergeten. Nooit.

Gerrie Elgeti samen met Christiaan, Lukas, Ellin en Merel - fotograaf: Sven Jaeger
Interview door schoolkinderen in 2015

Door: Christiaan, Lukas, Ellin, Merel

Heftige verhalen

De ouders van het oorlogskind die waren christelijk. Zoals gewoonlijk stond er bij haar thuis niet zo veel op tafel want alle voedingsbonnen waren op. De moeder ging bidden naar God of ze wat meer eten mochten…

En 2 minuten later werd er aan de deur gebeld. De moeder deed open en er werd eten in haar handen gelegd. Iedereen was dolblij. De volgende dag hoorden ze dat dit bij meerdere mensen was gebeurd. Later bleek dat dit door Het Verzet is gedaan.

We hebben ook drie erge verhalen gehoord. Dit is het eerste verhaal. Ze ging met haar vader hout hakken. Haar vader had een vergunning. En opeens zei haar vader: Bukken! De kogels raakten ons net niet.

Het tweede verhaal. Ze liep over een pleintje met haar zusje. En opeens ging het luchtalarm af. Ze rende en sleurde haar zusje achter haar aan. Ze werden bij een boetiek naar binnen getrokken en gered.

Het laatste verhaal. Haar oom zat bij hen ondergedoken, omdat hij anders door de Duitsers werd weggehaald bij zijn gezin. Toen de Duitsers hem toch ontdekten, pakte hij in paniek de pet met PTT erop en rende naar buiten en werd daar dood geschoten. Ze had alles gehoord, maar gelukkig niets gezien.

Dit zijn heftige verhalen. Ze moeten wel bewaard blijven. En niet vergeten worden net als de Hongerwinter. Daar vertelde ze trouwens ook nog wat over. Ze moest spinaziezaad eten! Dat kunnen we ons niet voorstellen, dat je dat moet eten.