Door: Asta Diepen Stöpler
Jopie Prill – Valken: “We maakten de opkomst van diepvriesproducten mee: ijsjes van ‘De Sierkan’ en ijstaarten.”
De groentezaak was van 1925 tot 1935 gevestigd aan de Pleineslaan 41 (nu een woonhuis). En tot 1993 aan de Dolderseweg 142. In 1993 zijn de panden afgebroken om plaats te maken voor een appartementencomplex. Na de plotselinge dood van Fred Prill is de zaak in 1993 gesloten.
Jopie Prill – Valken vertelt over groenteboer Valken.
In 1925 opende mijn ouders Nicolaas en Alida Valken een groentewinkel. Tien jaar later verhuisden zij naar de Dolderseweg, vlakbij het NS-station. In het begin had mijn vader een bakfiets waarmee hij bij zijn klanten in Den Dolder, Bilthoven, Bosch en Duin langsging. Later kocht hij een vrachtwagen. Hij was een van de eersten in Den Dolder met een auto. De wagen werd mooi opgemaakt met groente en fruit.
Als kind werkten mijn broer Nico en ik regelmatig mee: schoonmaken van de winkel, klanten helpen. Nico en ik moesten op zaterdag naar klanten thuis gaan om te noteren welke groenten en fruit ze nodig hadden. Dan weer naar de winkel om de bestelling klaar te maken om deze vervolgens te bezorgen. We hadden slechts een transportfiets, Nico en ik maakten regelmatig ruzie wie mocht fietsen en wie moest lopen.
Den Dolder is in de oorlog enkele keren gebombardeerd door de geallieerden. Onze winkel en woning is 24 januari 1945 geraakt door afzwaaiers. Deze bommen waren bedoeld voor vliegkamp Soesterberg en de nabijgelegen spoorlijnen. Mijn vader ging in de hongerwinter met paard en wagen naar een boer in Harmelen om groente te kopen. Als hij terugkwam, stond een lange rij hongerige mensen te wachten om wat te kunnen kopen.
In 1967 namen mijn man Fred Prill en ik de zaak over. We maakten de opkomst van diepvriesproducten mee: ijsjes van ‘De Sierkan’ en ijstaarten. Ook verkochten we wijnen, bier, limonade. Het opmaken van fruitmanden deed ik met veel plezier, het liefst met exotisch fruit zoals mango’s, vijgen en dadels.
Als we op vakantie in het buitenland waren, keek ik graag bij groentewinkels daar om ideeën op te doen. Veel van de eerste bewoners van Pelita waren van Indonesische afkomst. Daardoor kregen we steeds meer vraag naar Indische kruiden, groente en fruit, zoals bakbanaan en ramboetan.
De meeste klanten waren aardig, maar er was ook veel kouwe kak. Een deftige dame wilde een keer een rotte sinaasappel omruilen. Maar dat ras sinaasappelen verkochten wij niet, dat deed de supermarkt aan de overkant van de weg wel.
Dit artikel is al eerder verschenen in De Nieuwsbode op 23 november 2016.