Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Haitsma-Vriend, melkhandel Den Dolder

Interview en verslag: Cees Baan
Gepubliceerd op Geheugen van Zeist juli 2013

Naam: Pietertje Haitsma VriendLeeftijd: 87 jaar
Geboren: Enkhuizen
Getrouwd met Sjerp Haitsma, hij overleed 78 jaar oud in 1995
(Klein)kinderen: Vijf jongens, vier meisjes en vijftien kleinkinderen en acht achterkleinkinderen
Beroep: ‘Mijn man was melkhandelaar. Ik stond in de winkel en liep soms mee in de wijk’.
Hoe lang heeft u gewerkt?: ‘Van 1949 tot 1984. In totaal 35 jaar.’

Melkboer Haitsma, Den Dolder

Aan de Dolderseweg 62, het huis staat er nog, was tussen 1949 en 1984 de melkhandel van Sjerp en Pieta Haitsma gevestigd. Zij woonden er met hun gezin van negen kinderen. ‘Wij kochten het in 1957 voor 15.000 gulden,’ zegt mevrouw Haitsma. ‘In 1992 kregen we er drie ton voor…’

Sjerp Haitsma overleed in 1995. Weduwe Pieta (87) woont nu in de Putterlaan in Bilthoven, rijdt nog auto, reist de wereld rond en zit dagelijks even op internet.

1960 melkfabriek bezorgd melk
1954 bakfiets
Wil je verkering met mij?

‘Ik leerde Sjerp kort na de oorlog kennen. Hij was knecht bij melkboer Plomp. We zagen elkaar op zondag in de kerk. Op een avond zei mevrouw Oudshoorn (ik was bij haar in betrekking): ‘Vanavond komt Sjerp en hij wil een eindje met je fietsen…’ Via de bossen zijn we van Zeist naar Soest gefietst. En aan het eind van de avond vroeg hij: ‘Zou je met mij verkering willen?’ In januari 1949 zijn we getrouwd en we konden toen een deel van de wijk van Plomp kopen. Als ik het goed heb, betaalden we daar 3000 gulden voor. Het was een mooie tijd. We waren echt onder de mensen. De winkel ging om 8 uur open en het was de hele dag een komen en gaan van klanten.’

Op de trapbakfiets met 120 liter melk

‘Mijn man stond elke morgen, behalve op zondag, om 6 uur op. De melkfabriek had dan de bestelling al afgeleverd. Hij laadde zijn trapbakfiets vol met twee bussen van 40 liter melk, een bus karnemelk en metalen kratten pap. Zijn eerste adressen waren de grote bedrijven en inrichtingen: Christoforus, Maupertuus, De Schakel, Zonneheuvel, In de Dennen (een Tuberberculose huis) en De Wijngaard (verzorgingshuis en verpleeghuis). En ook nog het Keslerhuis, dat was een soort vakantiehuis van de Hoogovens. Elke ochtend, door weer en wind, fietste hij daar, met al die melkbussen, naartoe. Na een paar jaar kochten we een motorbakfiets, toen kwam de ‘tempo’ (een motorbakfiets met twee wielen achter en een aangedreven wiel voor) en later, in de jaren 70, kregen we de volkswagenbusjes. Maar in 1949 begonnen we met de bakfiets. Sjerp was niet anders gewend. Hij had negen jaar als knecht gewerkt bij melkboer Plomp in Huis ter Heide. Hij kende de wijk, de mensen en hield van het werk.’

melkhuis
Astma, ingeklapte long (na val), 6 dagen werken

‘Het was wel zwaar werk, maar ik had een sterke man. Hij slingerde die bussen van 40 liter in één keer op de kar. Aan de andere kant was hij ook kwetsbaar. Als kind had hij al last van astmatische bronchitis. De dokter stuurde hem als 12-jarige van het Friese landschap naar droog bosgebied. Eerst bij een oom en tante in Apeldoorn, later vertrok hij naar Huis ter Heide. Hij bleef last houden van astma. Dat heeft hem altijd parten gespeeld. Nadat hij in de kelder was gevallen, heeft hij een tijdje met een ingeklapte long in het ziekenhuis gelegen. Toen ben ik de wijk in gegaan, ook al kon ik niet chauffeuren. Dat deed meneer van Amersfoort, de directeur van de melkfabriek aan de Krullelaan uit Zeist! Zijn hulp was een ongelooflijk cadeau. De wijk kon natuurlijk niet stil liggen. Het werk moest doorgaan en de kinderen moesten naar school. Zodra Sjerp er bovenop was, ging hij weer volop aan de slag. Ademnood of niet. Bovendien rookte hij overdag Mantano sigaretten en elke avond een sigaar. Hier is hij mee gestopt nadat hij die ingeklapte long had gehad. Uiteindelijk moest hij, mede om gezondheidsredenen, stoppen met de zaak.’

Koningin en prins zwaaiden naar mij…

‘Voor de winkel hadden we een groot grasperk. Veel fietsers die zomers langs kwamen voor iets fris gingen in het perkje zitten om even uit te blazen. Het zandpad naast ons huis ging richting vliegveld Soesterberg. Later werd dat een verharde weg. Ik herinner me dat Koningin Juliana en Prins Bernhard regelmatig de winkel passeerden en even zwaaiden…
Het was druk, maar vooral lekker druk. We hadden een meisje voor dag en nacht, en een knecht die hielp in de wijk. Natuurlijk was er wel eens een ziek kind of een sterfgeval in de familie, maar het was zeker niet moeilijk en ook niet te zwaar. We hadden echt plezier in het werk en in het leven. Het liep op rolletjes. Zelfs nadat het negende kind was geboren. Nou ja, het achtste kind kwam na zesenhalve maand. Daar hebben we zorgen om gehad en toen moest ik het een half jaar erg rustig aan doen.

Het was een ritme. Je groeide er in. Zes volle dagen werken. En op zondag naar de kerk. We hadden nauwelijks tijd voor vriendschappen. Ik kan me niet herinneren dat we veel bezoek kregen. U moet zich voorstellen dat er elke dag voor elf mensen gekookt en gewassen moest worden. Vrije tijd was er niet, maar ik miste dat ook niet. Ik heb het wel spijtig gevonden dat we niet genoeg aandacht aan de kinderen konden geven. Vooral als ze uit school kwamen, stond ik vaak in de winkel en kon ze niet opvangen of naar hun verhalen luisteren. Alleen met het eten zaten we met elkaar aan tafel. Ik weet dat Sjerp ’s avonds na het eten met zijn hoofd op tafel even lag te slapen…
Onze eerste vakantie vierden we in 1974. Die kregen we aangeboden van de kinderen omdat we 25 jaar getrouwd waren. Ze hadden 1000 gulden gespaard. Van dat geld maakten we een Rijnreis van een week!
Daarvoor zijn wel eens een enkel dagje uit geweest. Er werd dan dubbel gevent. Een collega nam dan de wijk een keer over en wij deden dat dan voor hem. En als mijn man eens vroeg thuis was, gingen we met de kinderen even op en neer naar Friesland want daar woonde familie. Maar na die Rijnreis hadden we de smaak wel te pakken… we zijn naar Ootmarsum geweest en ook nog naar Texel. Nadat we gestopt zijn met de zaak, hebben we ook nog een aantal buitenlandse reizen gemaakt.’

Vitrine melkhandel
Onbreekbare plastic melkzakken

‘Wij merkten dat de concurrentie, met de komst van de Spar en Albert Heijn, steviger werd. Zij verkochten goedkope melk! Bovendien de groenteboer en de bakker kwamen ook niet meer langs de deur. En als de mensen toch in de supermarkt waren, namen ze ook direct de melk mee… De manier waarop wij hebben kunnen werken, kan nu niet meer. Wij waren een melkzaak. Aan de buitenmuur hing een sigarettenautomaat. In de winkel verkochten we ook tabak, drop en zelfs plastic zakken melk. Die plastic zakken waren ‘onbreekbaar’ dacht ik. Eén van de klanten, een deftige dame, vroeg eens of ik dat kon bewijzen. Natuurlijk, zei ik. Ik pakte een zak, hield hem omhoog en liet hem vallen, toevallig op de punt van een rubberen mat… Ze zat direct van boven tot onder de melk! Daar hebben we, achteraf, nog vaak om moeten lachen.
En in de eerste jaren moest ik alle boodschappen met een potlood op een briefje schrijven om uit te rekenen hoeveel er betaald moest worden. Kassa’s hadden we in het begin niet. We wisten niet beter.’

Het rijke leven van de weduwe Haitsma

‘Ik mis Sjerp. We hebben jarenlang dag en nacht samengewerkt. Altijd hadden we iets om over te praten. Je went wel aan de stilte. En ik heb kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ik heb een auto, kan overal naartoe, heb internet, maar er is niets dat de liefde van Sjerp kan vervangen. Toch dank ik God elke dag voor het gezonde en rijke leven dat ik heb en dat we samen hebben gehad.’

Met dank aan mevrouw Haitsma – Vriend
Foto’s zijn ter beschikking gesteld door de familie