Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Het Verhaal van Slot Zeist

Tijdvak 4: Familiehuis (1784-1924)

Welkom op de verdieping van de expositie Het Verhaal van Slot Zeist. Tegenwoordig is het Slot eigendom van de gemeente Zeist. Maar hoe werd het Slot gebruikt toen het nog in particuliere eigendom was?

1. Huydecoper

Als Jhr. Jan Elias Huydecoper in 1830 Slot Zeist koopt van de Evangelisch Lutherse Gemeente in Berbice woont hij nog op ridderhofstad Kersbergen. Hij verkoopt dat aan zijn zwager Joost, baron Taets van Amerongen van Woudenberg. De echtgenote van Jan Elias, Maria, heeft een jaar eerder Blikkenburg en Wulperhorst gekocht uit de erfenis van haar vader.

De familie Huydecoper gebruikt het hele Slot, middendeel en beide zijvleugels. Het Slot heeft op dat moment een tuinmanswoning, waar een tuinbaas en een palfrenier wonen. Er zijn diverse loodsen voor opslag van tuingereedschap, ramen en lessenaars voor kassen, matten etc. Ook is er een kiosk, die beter bekend staat als de theekoepel en een Jachthuis of chalet aan de Tiendweg 5, liggend aan de spoorlijn achter de buitenplaats Wulperhorst.

Naast een aantal wijzigingen aan het uiterlijk van het huis zoals een portiek aan de achterzijde en het vervangen van de vensters aan de voorzijde betreffen de grootste veranderingen aan Slot Zeist op dat moment de tuin en het park. Vrijwel direct na de koop laat Jhr. Jan Elias Huydecoper de formeel aangelegde tuin wijzigen in een modern landschappelijke aangelegd park naar ontwerp van tuinarchitect Jan David Zocher jr. Hierbij worden ook de terreinen van Blikkenburg en Wulperhorst betrokken, beide inmiddels ook in Huydecoper-bezit.

Plattegrond Plan van Zeist, Formele tuinaanleg Slot Zeist, I.Petersen - C.Forsell, 1802 (Collectie Zeister Historisch Genootschap)

Belangrijk aspect in de zeventiende-eeuwse formele hoofdstructuur zijn de zichtassen. Deze worden gevormd door lange centrale hoofdlanen die met bomen zijn beplant. De Waterigeweg en de Karpervijver doorlopend in het Filosofenlaantje zijn beide rechte lanen die aan weerszijden de begrenzing vormen van de buitenplaats. Dwarslanen, de gracht rondom het Slot en voormalige deeltuinen die symmetrisch langs de hoofdassen zijn aangelegd completeren de structuur. Achter het hoofdgebouw wordt het middendeel afgesloten door een halve cirkel, ook wel spiegelboog genoemd.

Zochers landschappelijke aanleg is niet volledig uitgevoerd. De oorspronkelijke Frans classicistische  structuur is uiteindelijk in hoofdvorm nog wel herkenbaar. Direct achter de spiegelboog of halve cirkel lagen eerder twee boomgaarden en meloentuinen met daarachter de sterrenbossen. De oorspronkelijke moestuin, rechts achter de vijverboog, is ingepland als open ruimte of tuin. Daarachter – op de plek van het oude sterrenbos – creëert Zocher een met bossages en boomgroepen beplant gedeelte met lange gebogen paden tot aan de Blikkenburgerlaan waardoor twee duidelijke zichten vanuit het Slot ontstaan: een via Blikkenburg naar Wulperhorst en een naar boerderij De Rumst op de Tiendweg. Om dit zicht niet te verstoren wordt een deel van de Koelaan tot de dwarslopende Blikkenburgerlaan verwijderd.

Ontwerp landschappelijke tuinaanleg door Jan David Zocher jr., 1831 (Collectie Gemeentearchief Zeist)
Achterzijde Slot Zeist, aquarel, P.J. Lutgers, 1860 (Collectie Zeister Historisch Genootschap)

De formele spiegelboogvormige vijver rond het Slot wordt door Zocher veranderd door bochten af te ronden en te verbreden en er wordt een hoek van de tuin doorgraven waardoor een eiland ontstaat in een gebogen landschappelijke vorm waarop bomen worden aangeplant. Binnen de vergraven slotgracht plaatst Zocher geraffineerd boomgroepen en legt gebogen paden aan. Hierdoor lijkt het alsof het hele park totaal is veranderd. Met relatief weinig ingrepen heeft hij op knappe wijze de illusie van eindeloze vergezichten tot stand gebracht.

De tuinen en het park worden na de aankoop voor publiek gesloten waardoor de waterpartijen alleen nog vanaf de lanen aan de zijkant kunnen worden bewonderd. Mevrouw Huydecoper sterft al in 1859, zes jaar later gevolgd door hoofdbewoner Jhr. Jan Elias. Het Slot blijft niet in de familie Huydecoper, maar wordt door de erven verkocht.

Terug naar inhoudsopgave tijdvak 4

Foto naar het zuiden met de zichtassen op de boerderij (rechts) en Wulperhorst met de duiventil, ca. 1900. (Collectie Zeister Historisch Genootschap)
Jkvr. Foef Schuurbeque-Boeye-Labouchere met haar vier kinderen op het terras naast Slot Zeist. Foto F. Kramer, 1910-1915. (Collectie Het Utrechts Archief)
2. Labouchere

Henriëtte Maria Jacoba Voombergh (1830-1908) is de jongste dochter van de in 1851 overleden Amsterdamse bankier Albert Voombergh die de buitenplaats Hoog Beek en Royen heeft laten bouwen. Zij is getrouwd met Charles Bernhard Labouchere (1817-1897), net als haar vader bankier. Zij koopt in 1867 de heerlijkheid en wordt daarmee vrouwe van Zeist. Tot 1895 woont het echtpaar – dat evenals de vorige bewoners negen kinderen heeft – ‘s winters in Amsterdam en gebruikt het huis als zomerresidentie. Haar moeder, de weduwe Voombergh-van Loon, neemt eveneens haar intrek op Slot Zeist en overlijdt daar in 1879. In 1895 komt de familie permanent naar Zeist. Charles Bernhard heeft als kind al op Slot Zeist gewoond, waar zijn ouders een deel van de linkervleugel huurden. In 1897 al overlijdt Charles Bernhard tijdens een verblijf in Wiesbaden. Zijn weduwe, die hoofdbewoonster is, woont tot haar dood op 1 februari 1908 op Slot Zeist.

In 1899 trouwt de jongste dochter Agnes Henriëtte, ‘Foef’ (1873-1942), met Jhr. Leendert Marinus Schuurbeque-Boeye (1863-1937). Zij wonen sinds 1900 in de linkervleugel. Na de dood van Henriëtte Labouchere in 1908 erft zoon René Labouchere (1870-1934) het hoofdgebouw en betrekt het als heer van Zeist. Hij trouwt in 1910 met Jkvr. Adriënne Vegelin van Claerbergen (1891-1982). Zij scheiden in 1922. In dat jaar vertrekt René Labouchere naar Den Haag. In het begin van de jaren 1920 is het echtpaar Schuurbeque-Boeye al vertrokken naar Oostenrijk. Hun dochter Henriëtte Maria Isabella is daar in 1921 getrouwd met Hans Freiherr von Gablenz-Thürheim.

Terug naar inhoudsopgave tijdvak 4

Achterzijde van Slot Zeist met tuin en bordes, na 1910, (Collectie Stichting Familiebezit Labouchere, Amsterdam)

3. Veranderingen aan exterieur en interieur

In de periode dat de familie het Slot bewoont is er vooral intern gemoderniseerd. Zo is er waterleiding aangelegd, zijn er badkamers aangebracht en de gasverlichting doet zijn intrede.

Aan het exterieur wordt voor de hoofdingang een gietijzeren portiek met glazen overkapping geplaatst. Het hoofdgebouw is omgeven door veel en weelderig groen. Charles Bernhard heeft in 1885 een schietbaan in het park laten aanleggen, een voor die tijd populair attribuut. Hij zet hiermee de toon, want zijn voorbeeld wordt door drie eigenaren van andere buitenplaatsen gevolgd, waaronder zijn zwager van Pavia. De schietbaan heeft een lengte van zestig meter en is tweeëneenhalve meter breed. Hij wordt aan een kant begrensd door een stenen tuinmuur en aan de andere door een rij zware beuken. De schietbaan wordt overigens in het kadaster aangeduid als ‘boomgaard’.

Er wordt weinig of niets vermeld van verbouwingen en veranderingen in de jaren 1867-1897, de periode dat het echtpaar Labouchere op Slot Zeist woont. Pas in 1905 wordt er een aanbouw met erker geplaatst aan de linkerzijvleugel. Op de begane grond komt een kamer die dienst gaat doen als eetzaal met erachter een pantry.

Na het overlijden van Henriëtte Labouchere wordt de linkervleugel verder verbouwd en in 1909 wordt de pantry uit 1905 uitgebreid.

Terug naar inhoudsopgave tijdvak 4

Bronnenlijst

  • Catharina L. van Groningen, Slot Zeist, Een Vorstelyk Stuk Goet, Driebergen-Rijsenburg, 2009
  • Irmin Visser, Het Slot te Zeist, Amsterdam, 1986
  • R.P.M. Rhoen, Schieten op Zeist, Oprichting van een schietbaan op een viertal buitenplaatsen, Cascade, Bulletin voor tuinhistorie, 7e jaargang (1998) nr.1
  • R.P.M. Rhoen, Aanbesteding van het onderhoud van de tuinen van Slot Zeist in 1771, Cascade, Bulletin voorr tuinhistorie, 8e jaargang (1999) nr.2
  • R.P.M. Rhoen, De Tuinmanswoningen van Slot Zeist, Cascade, Bulletin voor tuinhistorie, 17e jaargang (2008) nr.2
  • Bevolkingsregister Gemeente Archief Zeist

Tijdvak 4 is geschreven door: Andy Smith