Interview en verslag: Sietske van der Linden
Naam: Linda van Driel
Geboortedatum: 27-03-1951
Geboorteplaats: Zeist
Getrouwd met: Dirk Pathuis
Kinderen: 2
Kleinkinderen: 3
Linda woonde met vader, moeder, broer en oma aan de Koppelweg 6. Oma kwam uit Den Haag. Ze moest in de tweede wereldoorlog evacueren. Aanvankelijk woonde ze in bij Van Woersem aan de Koppelweg. Oma kreeg Koppelweg nummer 6 toegewezen toen een NSB-er deze woning na de oorlog moest verlaten. Vader en moeder gingen inwonen, Oma boven, het gezin beneden.
Linda herinnert zich dat De Kroost in haar jeugd een dorp op zichzelf was. In Zeist centrum kwam je niet vaak. Hoefde ook niet, want alle winkels waren in De Kroost zelf. De school waar ze heen ging, was er ook.
Ze woonde vlakbij het café De Noordhoek, later bekend als De Neus. Daar was het altijd gezellig. De wandelclub startte daar. Er kwamen veel militairen, gelegerd in De Wulperhorst destijds, naar De Noordhoek.
Op nummer 10 woonde de heer Van Rijn. Hij zag het succes van zijn buren, De Noordhoek, en hij begon een cafetaria in zijn garage. Hij liet ook een koelcel bouwen en zette er een jukebox neer. Uit de wijde omgeving kwamen vetkuiven en Puch-rijders naar zijn cafetaria. En ook jongens uit Eikenstein aan de Utrechtseweg kwamen er. Het was er een drukke bedoening met veel plezier.
Op nummer 8 woonde Linda’s vriendin. Ze gingen samen naar de Oirschotlaanschool. TNO aan de Oirschotlaan/Utrechtseweg bestond nog niet. Op die hoek stond regelmatig de kar van Van Hunnik waar je heerlijk ijs kon kopen.
In De Kroost waren vele winkels; een sigarenwinkel, groente-en fruitwinkel, 2 kappers, 2 melkboeren, een slager, buurtsuper Van Bemmel (later verhuisd naar Kroostweg-Noord), een klein kwekerijtje, een houthandel, kolenboer Van Dijk en een schoenmaker.
Aan de Noordweg zat Burger, een grote wasserij. Verder waren er in de buurt nog twee wasserijen, Van de Voort en Van Melsen. Veel werknemers kwamen uit Utrecht. Van de Voort aan de Koppelweg had de wasserij achter de huisjes. Dat was maar een kleine wasserij.
Ook stond de lampenfabriek Hala in De Kroost. Naast de Hala was de boerderij van Van Breenen. Die had heel veel houtopslag. Een plek waar de buurtkinderen vaak en graag speelden.
In de Kroost was een buurtvereniging, maar die had geen eigen clubhuis. Bakker Versluis ruimde zijn bakkerij uit en daar kwam de buurt bij elkaar. Er werd veel gedaan, vooral voor de kinderen. Paaseieren zoeken, met Koninginnedag zaklopen, ei op lepellopen. Niet te vergeten de tractorrit naar Bunnik om daar kersen te gaan eten.
De kinderen uit De Kroost speelden ook veel op straat en stiekem ook op de Rooms Katholieke begraafplaats. Ze slopen dan door het hek van de school. De directeur heeft ze regelmatig weggejaagd.
Natuurlijk werd er veel geschaatst in dit waterrijke gebied. Bij Van Bemmel op de schaats en dan helemaal naar Bunnik. Ook op het vijvertje bij Ma Retraite.
In de Kroost werd carbid geschoten uit melkbussen, boeren genoeg. Die misten een poosje hun melkbus.
Naar het Dorp gingen de mensen uit de Kroost niet vaak. Wel voor de markt, naar De Gruijter aan de Slotlaan waar je een gombal kreeg of kon kopen, naar de paardenslager op de Oude Arnhemseweg en naar Van Maanen.
De Kroost bestond vooral uit weilanden en sloten. Het was daar heerlijk. Bloemen plukken, aan de slootkant liggen, kijken. Het was geweldig om daar als kind op te groeien.
Op een bepaald moment werd ‘de Vogelwijk’ gebouwd. Toen het in aanbouw was, speelden de kinderen -ook- op de bouwplaats. Zo is haar porseleinen pop kapot gegaan al kruipende door een betonnen pijp. Het werd druk in De Kroost.
Linda en Dirk zijn na hun trouwen in de Laan van Vollenhove gaan wonen. En ze wonen nu -gelukkig- al heel lang in Crosestein; weer terug in het oude honk. Zo voelt het, al is De kroost erg veranderd.