Interview en verslag: Marja Vermeulen
Gepubliceerd op Geheugen van Zeist februari 2018
In 1970 is Nico Wildeman bij de gemeentelijke begraafplaats begonnen als tuinman/grafdelver. Ze deden alles zelf: graven delven, graven ruimen, paden aanleggen en al het groenonderhoud.
Naam: Nico Wildeman
Geboortedatum: 4 april1952
Getrouwd met: Trix Klein
Kinderen: 2
Kleinkinderen:1
Als kind woonde ik in Driebergen. Ons gezin bestond uit mijn vader, moeder, zusje en gehandicapte broer. Mijn vader werkte bij de gemeente Driebergen als voorman in het groen. Mijn moeder werkte bij “Ons centrum” een vakantieoord in Driebergen en ik ging vaak met haar mee. Ik hield van buiten zijn en de natuur. In de herfst ging ik met mijn vader mee aardappels rooien bij een boerderij achter het Grote bos in Doorn. We hadden dan de hele winter aardappelen. Ik was een stil kind, ik praatte liever niet, omdat ik heel erg stotterde. Daar werd ik erg mee gepest op school. Ik trok wel veel op met mijn buurjongen. Ondanks dat het niet altijd gemakkelijk was, kijk ik met plezier terug op mijn jeugd. Toen ik mijn vrouw leerde kennen, heeft zij mij geholpen van het stotteren af te komen. Door een andere ademhaling en zingen kreeg ik het onder controle. In grote groepen praten, vind ik nog steeds niet fijn.
Na de lagere schoolging ik naar de lagere tuinbouwschool in Utrecht. Ik liep stage bij kwekerij Abbing aan de Odijkerweg. Daarna heb ik de opleiding aankomend hovenier en daarna vakbekwaam hovenier gedaan. Toen ik 15 was kon ik als vakantiehulp bij de plantsoenendienst van de gemeente Zeist werken. Het jaar daarna mocht ik als vakantiehulp aan de slag in de gemeentelijke kwekerij aan de Choisyweg. De gemeente kweekte in die tijd planten voor de Dieptetuin en het park bij het Slot en natuurlijke ook voor de andere plantsoenen. Daar moest ik bollen pellen, plantjes spenen en de kwekerij schoon houden. In 1969 werkte ik als vakantiehulp op de Algemene begraafplaats. Zo heette de begraafplaats toen nog. Beginjaren 2000 is de naam veranderd in Gemeentelijke begraafplaats.
Toen er in 1970 een baan vrij kwam bij de begraafplaats als tuinman/grafdelver ben ik aangenomen. Meneer Maassen was in die tijd de opzichter. In de periode dat ik begon werkten we met 7 man. We deden alles zelf: graven delven, graven ruimen, paden aanleggen en al het groenonderhoud. Bijna alles ging met de hand. Voor het graven delven hadden we wel een machine. Later werd het machinaal graven van een graf uitbesteed. Meneer Smalen, de voorman, verdeelde het werk. Hij werkte zelf ook mee. 2 Man was continu bezig met graven delven, de anderen deden de rest. In de begintijd mocht ik niet met de machines werken.
Door het werk in het groen kon je echt vies worden. Bij het ruimen van graven kwam soms een onaangename geur vrij, die in je huid en kleding trok. Links van de oude ingang kon op vrijdag gedoucht worden door diegenen die thuis geen douche hadden. De douche was in het torentje in de hoek naast de oude ingang. Degene, die het laatst was, moest opruimen. Dat zorgde altijd voor een sprintje, zodat je niet het laatst aan de beurt was.
De eerste keer, dat ik een graf moest ruimen was ik best wel zenuwachtig. Ik wist niet precies wat ik zou aantreffen. De overblijfselen van degene, die in het graf lag werden herbegraven in een verzamelgraf. Dat gebeurt nog steeds zo. Bij de verzamelgraven staan geen grafstenen. Bij de ingang staat een herdenkingsbeeld voor de personen, die in een dergelijk graf zijn herbegraven en voor de mensen waarvan de as na crematie is uitgestrooid op het strooiveld.
Een gebeurtenis, die veel indruk om mij heeft gemaakt is de zelfdoding van een man in 2001. We waren aan het werk en hoorden een schot. De man had zichzelf doodgeschoten op het graf van zijn broer. Dat was een heftige ervaring. Waarom de man zichzelf had doodgeschoten, zijn we niet te weten gekomen.
In de loop der jaren heb ik veel uitvaarten gezien. Een hele bijzondere uitvaart was een Surinaamse begrafenis. Iedereen was in het wit gekleed. De begeleiding van de overledene naar het graf gebeurde met een soort dans. Er was veel muziek en gezang Ook Chinese begrafenissen zijn heel groots en indrukwekkend. We hebben hier een Chinese begrafenis gehad, waarbij de aula het hele weekend werd gebruikt. Er werd geld verbrand. Mannen vrouwen waren gescheiden. Ook werd vuurwerk werd afgestoken.
In 1978 werd Isaac Tamaela begraven, hij was een Molukse leider. Het was op 20 december en er lag sneeuw. De begrafenis zou om 15.00 uur beginnen, maar de stoet kwam pas om 16.30 uur. Er waren wel 1000 mensen. Het graf lag aan het eind van de begraafplaats. Langs de hele route stonden vazen met bloemen en fakkels.
Wat ook veel indruk heeft gemaakt was de uitvaart van de jongetjes Ruben en Julian. Ik heb veel kindergraven gedolven. Dat gebeurde in het begin van mijn werk op de begraafplaats met de hand. Er zijn 3 gedeeltes op de begraafplaats, waar kinderen liggen begraven. De graven zijn vaak mooi versierd.
De meest recente indrukwekkende uitvaart was van één van de leden van de Satudarah. Er was een enorme stoet van motorrijders.
Op de begraafplaats zie je veel verdriet. Je moet dat goed van je af kunnen zetten. Er zijn veel graven met bijzondere gedenktekens. Zo is er graf met een piano als gedenkteken en een heel groot familiegraf van 10 bij 5 meter. Zelf vind ik gedenktekens van glasplaat heel mooi. Het onderhoud van gedenktekens is een vak apart. Elk materiaal vraagt om een andere aanpak. Dat is mij altijd wel gelukt. Ik vind het belangrijk, dat de begraafplaats er fatsoenlijk bij ligt. Wat mij betreft mag er meer geveegd worden. Het is het 1e gezicht. Vooral tussen de graven blijft veel blad liggen. Dat heeft ook weer zo zijn bedoeling. Het is een bosbegraafplaats.
Het werk op de begraafplaats is in de loop van de jaren veranderd. In het begin moest je opdrachten uitvoeren. Nu werk je met de collega’s echt samen. Het werk is afwisselend. Voor nabestaanden is het belangrijk, dat de begraafplaats verzorgd is. Er komen veel mensen op de begraafplaats om een graf van hun man, vrouw, kinderen of familie te verzorgen. Sommigen zelfs elke dag. De mooiste plek op de begraafplaats vind ik de zichtas vanuit de aula, waarbij je langs de geschoren coniferen kijkt.
Ik vind het fijn, dat ik mijn steentje heb bijgedragen aan hoe de begraafplaats er nu uit ziet.
Bekijk ook de fotogalerij gemeentelijke begraafplaats.