In de oorlog woonde op Panweg 47, nu nummer 63, de familie van Hulzen. Het gezin bestaat uit Adriaan van Hulzen en zijn vrouw Adriana van Hulzen-van Riet en 4 hun kinderen. De familie van Hulzen gaf onderduik aan Marianne van Kleef (Jannie), een jonge Joodse vrouw van 23 jaar. Ze kwam bij hen in huis op 2 september 1943. Ze bleef tot aan de bevrijding.
Jannie kwam uit een warm Joods gezin uit Den Haag. Haar ouders hadden een winkel in huishoudelijke artikelen. Voordat Jannie in Zeist terecht kwam heeft ze in Renkum en Amsterdam ondergedoken gezeten. Ze werd door illegale werkers naar de familie van Hulzen gebracht.
Adriaan van Hulzen was onderwijzer aan de gereformeerde Adriaanse School aan het van Lennepplein. De familie van Hulzen ging naar de Gereformeerde Noorderkerk aan de Bergweg. Vele leden van deze gemeente waren betrokken bij onderduik en andere vormen van verzet.
Jannie werd opgevangen als was ze een eigen kind. Toen ze haar financiële bijdrage niet meer kon betalen kon ze natuurlijk bij de familie van Hulzen blijven. Toen bleek dat de familie van Jannie vrijwel was uitgeroeid heeft de familie van Hulzen Jannie zoveel mogelijk gesteund.
Op 31 mei 1978 zijn Adriaan en Adriana door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.
Marianne (Jannie van Kleef had al een hele onderduikgeschiedenis geschiedenis achter zich toen ze bij de familie van Hulzen in huis kwam.
Het zusje van Jannie ( Martha) trouwde in 1942 met Frits van Coevorden uit Arnhem. Na de bruiloft doken ze onder in Renkum. Vader van Kleef raakte in een angstpsychose en moest worden opgenomen in een inrichting. Jannie en haar moeder moesten te voet anderhalf uur heen en terug om vader te bezoeken. Ze konden maar eens in de drie weken ontheffing krijgen van het verbod met de tram en de trein te reizen.
Jannie dook na enige tijd onder in Renkum vlak bij haar zus, die ze regelmatig bezoekt. De nog steeds zieke vader van Kleef voegde zich bij Jannie op haar onderduikadres. Maar dat wordt teveel voor de onderduikgevers. Haar moeder is dan al gedeporteerd.
Jannie gaat naar Amsterdam. Maar als ze ternauwernood kan ontsnappen vertrekt ze naar Zeist. Door verzetsmensen wordt ze bij de familie van Hulzen gebracht. Ze wordt hier met open armen ontvangen.
Jannie voelt zich hier thuis, maar na enige tijd mag ze niet meer naar buiten. Dat kwam zo. Zoontje Hans kwam met een vriendje naar huis en zag Jannie buiten aardappelen schillen. Hij schrok geweldig en zei tegen zijn vriendje “dat is onze huishoudster”. Omdat de buren niet vertrouwd werden moest Jannie voortaan binnen blijven.
Bij de familie van Hulzen wordt aan tafel gebeden en uit de Bijbel gelezen. Jannie leest een boekje van de bekende Zeister predikant Lugtigheid waarin overdenkingen staan voor elke dag. Ze denkt er aan ook gereformeerd te worden. De familie van Hulzen probeert overigens niet om Jannie te bekeren.
Jannie luistert naar radio Oranje. Op zolder staat de radio. Ze schrikt van het “groene oog” van de radio.
Het wordt druk in huize van Hulzen. De moeder en zuster van Adriana komen er bij. Hun huis is gevorderd. Adriaan moet veel monden voeden en haalt in Kootwijkerbroek rogge op. Jannie moet het malen in de koffiemolen.
Na de bevrijding wil Jannie haar zus Martha en zwager Frits op zoeken. Maar Adriaan van Hulzen moet haar uit de droom helpen.
Jannie is haar hele familie kwijt behalve een tante. Met deze tante gaat ze in Den Haag wonen. Ze trouwt met Sieg de Liema.
Bij de onthulling van de gedenkstenen bij de Panweg 63 op 4 september 2024 is Flip,de zoon van Jannie en Sieg aanwezig. Dat geldt ook voor kinderen en kleinkinderen van Hans van Hulzen.