Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Oellers – Frank, oorlogsverhalen

Ingemar Oellers – Frank kon het niet vergeten

Gedenkteken Joodse oorlogsslachtoffers

De laatste deelnemers aan de stille omgang verlaten het park. De scouts herschikken het lint van een krans. Een muzikant pakt zijn instrument in. Als de rust is weergekeerd steekt Ingemar Oellers-Frank de Slotlaan over om bloemen te leggen bij het monument met haar grootmoeders naam: Fronica Schott.

‘Grootmoeder Fronica’ is een van de 102 Joodse oorlogsslachtoffers uit Zeist. Ingemar was een van de genodigden bij de onthulling van het ter nagedachtenis aan hen.

Gedenkteken Joodse Zeistenaren in het Walkartpark
Ingemar Oellers-Frank (links, in het zwart) op een feest van haar werkgever in Slot Zeist.
Vluchtelingen

Ingemar kwam als meisje van 13 met haar vader Max, moeder Ellen Duval (artiestennaam van Marta Jura) en grootmoeder Fronica als vluchteling naar Nederland, vanuit de toen Duitse plaats Breslau. Op 30 januari 1939 is de hele familie ingeschreven in Zeist. Bij de inschrijving bij de burgerlijke stand van Fronica stond als religie Nederlands Israëlitisch. In augustus 1942 werd zij geëvacueerd naar Amsterdam.

Grootmoeder Fronica

In februari 1943 is ze in Auschwitz om het leven gebracht. Het heeft Ingemars leven voorgoed veranderd. Ingemar had een bijzondere band met het haar grootmoeder. Ze stamt uit een kunstzinnig nest. Haar vader was pianist, haar moeder een bekende cabaretière. Zelf ging ze naar de Vrije School. Fronica zorgde voor haar kleindochter als haar zoon en schoondochter optredens gaven in de theaters. Vader Max had in de Eerste Wereldoorlog aan de zijde van Duitsland gestreden en was voor zijn dapperheid onderscheiden. Het litteken van een schotwond in zijn arm herinnerde daaraan.

Ouders

Max Frank -volgens de burgerlijke stand zonder religiën- en zijn niet Joodse vrouw begonnen in Zeist een naaiatelier, Modevi. Na haar vlucht uit nazi-Duitsland heeft moeder Ellen nooit meer opgetreden, of gedanst. Max raakte geen piano meer aan; de schotwond speelde hem parten, maar dat was het niet alleen.

Joods monument in het Walkartpark
Alleen

Na het overlijden van haar ouders, en later haar echtgenoot, liet Ingemar niet veel mensen toe in haar appartement. Het werden er steeds minder, ze hield niet van vreemden in haar huis. In haar flat was het vooral heel vol. Naast de meubels die ze in haar huwelijk had aangeschaft, stonden de meeste meubels van haar ouders in de flat opgestapeld. Ze wandelde wekelijks naar de Bruna voor haar Duitstalige tijdschrift. Dat las ze en stapelde ze op. Iets weggooien, dat kon ze niet meer. En het leek wel alsof ze binnenshuis ook steeds banger werd. Ze spande draadjes in de hal met belletjes eraan zodat ze altijd zou horen als er iemand binnenkwam.

Met het klimmen der jaren ging alles langzamer. Ze duwde haar rollator de Slotlaan over, om haar tijdschrift te halen, of haar flesje wijn met kerst en champagne voor oud en nieuw. De lipstick raakte haar lippen soms net niet helemaal en het werd allemaal wat minder. Maar als de meimaand naderde, stak ze na de herdenking toch weer over, door het park. Zij kon het niet vergeten.

Overlijden

Op 4 mei 2015 heeft Ingemar Oellers-Frank voor het laatst bloemen gelegd bij het monument dat haar grootmoeders naam draagt. Op 1 november 2015 is ze op 91-jarige leeftijd dood aangetroffen in een stoel in haar appartement. Mevrouw Rijksen, een goede vriendin, gaat Ingemars as uitstrooien bij die van echtgenoot Jean, in Zwitserland.

Bron

Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Trudy Servaas, Gemeentearchief, Zeist, op verzoek van Rijkje Rijksen.