Interview en verslag: Dick van de Kamp
Gepubliceerd op Geheugen van Zeist juni 2015
Dick van de Kamp in gesprek met pedicure Truus Wildeman-Bregman.
Naam: Trijntje Bregman
Geboortedatum: 24 september 1944 in Pijnacker, opgegroeid in Den Haag
Getrouwd met Gijs Wildeman
Kinderen: een zoon en drie dochters
Kleinkinderen: zes kleinzoons
Pedicure van 1994 tot maart 2015
Op woensdagmiddag 8 april sta ik op de stoep bij Truus Wildeman. Ze is gestopt met haar werk als pedicure. Dit is de reden om een gesprek met haar te hebben. Ik zet mijn fiets in een rek met het opschrift: ” Voetverzorging”. Zou dit fietsrek verdwijnen of juist als herinnering mogen blijven staan? Als de koffie is ingeschonken gaan we beginnen.
Uit wat voor milieu kom je?
Ik kom uit een kwekersfamilie. Daar heerste een cultuur van werken en handen uit de mouwen. Met dat sop ben ik ook overgoten. Als kind had ik geen zin in leren. Na de huishoudschool ging ik dan ook aan het werk. Na diverse baantjes heb ik het geschopt tot cheffin van de winkel van een een banketbakkerij. Ik vond het leuk om met mensen om te gaan en leiding te geven. Later krijg je een gezin. Daar richt je alle aandacht op en steek je je energie in. Maar op den duur bevredigde dat niet meer. En ik vond inmiddels dat ik op het gebied van scholing wat in te halen had.
Een bakkerij is heel wat anders dan een pedicure. Daar is studie voor nodig. Wanneer ben je daaraan begonnen?
Toen de jongste dochter 10 jaar was. Toen had ik pas wat ruimte. Mijn man was vakbondsbestuurder. Dan weet je het wel, hij was altijd weg. Gedurende de schooltijden van de kinderen greep ik mijn kans. Dan ben je nog lekker fris, maar op latere leeftijd studeren valt niet mee. Het vergt doorzettingsvermogen. Je neemt minder snel dingen op. Je moet dus veel herhalen. Maar ik kreeg wel de smaak te pakken en ik stoomde goed door. Toch viel het niet altijd mee om ” alle ballen in de lucht te houden”. Als ik vlak voor een tentamen zat liet ik wel eens de boel de boel.
Waarom heb je voor pedicure gekozen?
Omdat je er mensen mee helpt en omdat ik thuis wilde werken en mijn tijd zelf wilde indelen. Dan had ik de keuze uit schoonheidsspecialiste of pedicure.. En bij deze keuze heeft de doorslag gegeven dat je de cliënten er mee helpt. De mensen zijn altijd dankbaar als ze bij mij de deur weer uitgingen.
Werd er nooit pijn geleden?
Zeker. De cliënten komen vaak met pijn en klachten. Na de behandeling voelden ze zich als herboren. Dat is dankbaar werk natuurlijk.
Wat vond je lastig?
Tijdens de studie voor pedicure moet je je verdiepen in de werking van het hele lichaam. Dat vind ik heel interessant. Wat zit een mens toch mooi in elkaar. Dat is in de hele natuur zo. Alles heeft een functie. Daar verwonder ik mij over. Maar het is hard werken om alles tot je te nemen. Je moet alle onderdelen van het lichaam in het Latijn uit je hoofd leren. En dat valt niet mee als je zo rond de 50 bent.
Hoe kreeg je de eerste cliënten?
Door een advertentie in de kerkbode. Daar kwamen een paar mensen op af. Zo is het langzaam begonnen. En tevreden klanten zorgen voor mond op mond reclame. Ik werkte nooit op zaterdag. Wel ’s avonds. Dat hoort bij goede dienstverlening. In beginsel van 9.00 tot 18.00 uur. Ik werkte hard door; alleen ’s morgens koffiepauze. En als de cliënten weg zijn moet je
alles opruimen en ontsmetten.
Je werkte op het laatst 2 dagen?
Ja. Dat deed ik liever dan bijvoorbeeld 4 halve dagen. Bij halve dagen moet je alles 4 maal klaarzetten en na afloop opruimen en schoonmaken. De hygiëne is natuurlijk heel belangrijk.
Had je vooral oudere dames als cliënt?
Nee hoor. Pedicure heeft het imago bij sommigen dat alleen oude dames belangstelling hebben. Nee dus. Er komen ook jonge mensen. En de verhouding mannen vrouwen is 40-60. Iedereen kan te maken krijgen met voetproblemen; bovenmatige eeltgroei, likdoorns, ingegroeide nagels, langdurig gebruik van verkeerd schoeisel. Soms zijn de problemen erfelijk. Ik hielp de mensen van klachten af en gaf advies bijvoorbeeld over te dragen schoenen en soms verwees ik door naar de podotherapeut of huisarts.
Had je wel eens bijzondere gevallen?
Ja, ik had eens een cliënt met een ramshoornnagel. Dat was echt een patiënt. Ik werkte in het begin ook in het ziekenhuis. Hij kon niet meer lopen. Zo’n nagel groeit met een boog terug naar de voet. Kijk maar eens op google!
Ontstond er een band met je cliënten?
Zeker. Ik heb de meeste mensen 20 jaar als vaste cliënt gehad. Je moet niet vergeten dat een behandeling drie kwartier duurt. Vroeger zelfs een uur. Er komen hele gesprekken in vertrouwen tot stand en deel je plezier en verdriet. Een tandarts heeft het moeilijker om een band te krijgen. De huisdokter trouwens ook want daar sta je met 10 minuten weer buiten. Het contact vind ik een van de leukste aspecten van het werk.
Heb je je ook gespecialiseerd?
Ja, ik heb aanvullende cursussen gedaan vooral diabetici. Deze cliënten vragen speciale aandacht. In de aangedane delen van het lichaam vermindert het gevoel. Langzamerhand, maar toch. En wonden helen slecht. Dat geeft ook maar weer aan dat het van belang is niet alleen naar de voeten te kijken. In dit vak moet je steeds bijscholen want de ontwikkelingen gaan heel snel.
Je bent linkshandig. Gaf dat problemen met je instrumenten?
Nee hoor, ik werk vanuit de linkerzijde. De machine kan zowel links als rechts afgesteld worden. De cliënten maakt het niet uit natuurlijk.
Weet je nog een leuke ervaring?
Een oude dame ( 85 jaar) werd door haar dochters naar de pedicure gestuurd. Ze dachten dat ze wel van alles zou markeren aan haar voeten. Niks dus. Ik heb haar toen lekker verwend met een gewone verzorging en massage.
Je hebt de laatste jaren wat gas teruggenomen. Waarom?
Nou, het leek me verstandig de weg van de geleidelijkheid te volgen. Als je in een keer van 100% naar 0% gaat val je in een gat. En verder: je moet steeds bijleren. Daar zitten de verzekeraars ook achter aan. Het diploma voor diabetici verloopt na 5 jaar. Dan moet je weer bijscholen. De cliënten kunnen anders hun ziektekosten voor een deel niet vergoed krijgen. Zo aan het eind van mijn loopbaan had ik geen zin meer om te studeren. Ik ging immers toch stoppen.
Hoe was je afscheid?
Eigenlijk best emotioneel. Ik had er zoveel voor gedaan en de zaak zelf opgebouwd. Een van mijn schoonzoons viel de eer te beurt de laatste client te zijn. Mijn dochters hebben zonder dat ik het wist clienten en familie en kennissen gevraagd om een kaart of een foto met blote voeten er op te sturen. Daar stonden dan ook een paar vriendelijke woorden bij. Ik heb er vele gekregen. Dat doet natuurlijk wel wat met je. En de kinderen en kleinkinderen droegen gedichtjes voor en zongen een lied. Dan komen de traantjes wel te voorschijn.
Nu heb je meer tijd voor andere dingen.
Zeker, maar ook als je een baan hebt moet je je met andere dingen bezighouden. Donderdags is mijn sportdag. Ik wandel veel, ook lange afstanden. Dus moet je veel oefenen. Met een vriendin heb ik lange tochten gemaakt in het buitenland. Daar ga ik wel mee door als het kan. Verder doe ik fitness bij Corpus Liberum. Ook zit ik op een boekenclub en verzorg ik af en toe de bloemen in onze kerk ( PKN Zeist-West). Verder hebben zowel mijn man als ik een grote familie. Maar voor de kinderen en kleinkinderen maken we natuurlijk altijd tijd.
Ben je tevreden over je studie en je werk?
Ja, ondanks het feit dat je voor veel dingen je zorg had. Mijn werk en studie vergden veel energie, discipline en planning. Maar als je mensen kunt helpen geeft het veel voldoening. Ik heb geen moment spijt gehad van de keuzen die ik heb gemaakt. Ik zou het zo weer overdoen.