Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Het kinderhuisje uit het Walkartpark

Door R.P.M. Rhoen

Het kinderhuisje uit het Walkartpark of speelhuisje, een zogenaamde folly, is in neogotische trant gebouwd en lijkt op een kapel.

Walkartpark

In 1873 kochten de gezusters Hendrika en Marianne Walkart bijna 2 hectare grond aan de Slotlaan tussen de 1e Dorpsstraat en de 1e Hogeweg. De Amsterdamse familie Walkart bezat sinds 1824 een buitenhuis aan Het Rond. Het schuin tegenover hun huis gelegen terrein lieten de dames Walkart als park inrichten en gebruikten zij als overplaats. In hun park lag een kleine ‘enclave’ die eigendom was van Jonkheer Mr. Egbert Lintelo de Geer. De Geer woonde op de kleine buitenplaats Middenhoeve aan de Slotlaan. De ‘enclave’ ter grootte van ruim 4 are was de overplaats van Middenhoeve. In 1895 konden de dames Walkart deze overplaats van de erfgenamen van het echtpaar De Geer-Blaauw aankopen. Op de overplaats van Middenhoeve stond een kinderhuisje of speelhuisje.

Dit huisje werd door de familie De Geer uit de verkoop gehouden. Vermoedelijk bleef het kinderhuisje toch nog een aantal jaren in het park staan. Jonkheer E.L. de Geer, een van de kinderen van het echtpaar De Geer-Blaauw, trouwde in 1901 en ging in de villa ‘Lovely Place’ aan de Woudenbergseweg 34 wonen. Denkelijk werd het kinderhuisje in die tijd in de tuin van ‘Lovely Place’ geplaatst. Toen De Geer in 1911 de villa ‘Kerckebosch’ liet bouwen, ging het kinderhuisje mee naar de Arnhemse Bovenweg. Daar deed het onder andere dienst als tennishuisje. In 1941 verhuisde De Geer weer naar de Woudenbergseweg, waarbij het kinderhuisje weer werd overgebracht naar de tuin van ‘Lovely Place’, waar het nog steeds staat.

Walkartpark - kinderhuisje - circa 1895
Woudenbergseweg 34 - tuinhuisje-folly - circa 2000
Kinderhuisje of speelhuisje

Het kinderhuisje of speelhuisje, een zogenaamde folly, is in neogotische trant gebouwd en lijkt op een kapel. Het houten huisje meet drie bij drie meter. De voorgevel is voorzien van pilasters, die bekroond worden door gestileerde pinakels. Op de tussenliggende gevelvlakken is een baksteen-structuur aangebracht. In de voorgevel zitten twee spitsboogramen. De eveneens spitsboogvormige deur bevindt zich in het midden van de voorgevel tussen de twee ramen. Boven de deur is een driepas aangebracht. Boven in de voorgevel zit een klein rond venster met een vierpas. Tussen de deur en het raampje in de topgevel zit nog een decoratieve band. De top van de gevel werd vroeger bekroond met een kruisbloem en de daklijsten waren bezet met hogels. Het dak was voorheen met pannen gedekt.

Bron

  • R.P.M. Rhoen, Een buitenplaats aan Het Rond. De invloed van de Amsterdamse familie Walkart op de stedebouwkundige ontwikkeling van het centrum van Zeist. Seijst. Nummer 4 (1995) pagina 77-108.