Door: Laura Meijer
De vlieggeschiedenis bij Soesterberg begint in 1908 als luitenant der Genie W.H. Schukking een eerste zweefvlucht boven Nederland maakt in een constructie van bamboe en stof. Startplaats: Soesterberg. Twee jaar later richt dhr. Verwey van de automobielmaatschappij Verwey en Lugard, de Maatschappij voor Luchtvaart op. Als werkterrein viel het oog op 300 hectare heide bij Soesterberg. Het was de bedoeling hier (en in Ede) vliegdemonstraties, -wedstrijden, -opleidingen en de fabricage van vliegtuigen te huisvesten.
Begin 1912 ging de Maatschappij failliet door een gebrek aan interesse in de aankoop van vliegtuigen en vlieginstructies. De Nederlandse overheid kocht het terrein van de Gemeente Soest en nam de gebouwen van Verwey en Lugard over. In april 1913 was de oprichting van de Luchtvaartafdeling van het Nederlandse leger een feit. Er werden vliegtuigen gekocht vanuit Frankrijk, maar toen de Eerste Wereldoorlog in 1914 uitbrak werd de productie in Nederland voortgezet. Autofabriek Trompenburg uit Amsterdam, bekend van de Spijker auto’s, richtte zich ook op de vliegtuigbouw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog breidde het Nederlandse leger haar taken en materieel in Soesterberg flink uit: in 1918 had zij 126 vliegtuigen, 32 piloten en 626 mensen in dienst. Het dorpje Soesterberg was daardoor verdubbeld in haar inwonertal.
Een belangrijk aspect van de vroege vliegactiviteiten was het publiek. De vliegdemonstraties en de vliegtuigen zelf trokken in het begin grote groepen mensen naar de vliegheide. J. Couturier begon een kleine kiosk die onder zijn broer M. Couturier uitgroeide tot een grote horecagelegenheid met groot terras, feestzaal, museum en rondvluchten boven Utrecht: Theehuis Soesterdal. Met een tram kon het publiek van station Den Dolder naar de vliegheide reizen, ook waren er grote parkeerplaatsen voor het publiek dat met de auto naar de vliegheide kwam.
Met de mobilisatie werden er vele militairen gelegerd in het theehuis Soesterdal, tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Soesterberg eerst gebombardeerd en later overgenomen door Duitsland. Met hekken en beplanting werd het zicht op de vliegheide belemmerd en was het gedaan met de publieke functie die de vliegheide kende. Toen Duitsland tijdens de bezetting het bevel over de vliegheide overnamen stonden de Duitsers weinig positief tegenover het terrein: “Das ist kein Flugplatz, das ist ein Sahara”. Tijdens de Duitse bezetting werden er zo’n 3000-5000 Duitse militairen rond Soesterberg gestationeerd en het simpele vliegveld van Soesterberg werd in hoog tempo omgebouwd tot een grote, moderne militaire vliegbasis. Voor de uitbreiding met onder andere verharde start- en landingsbanen moest het theehuis Soesterdal plaatsmaken.
Duitsland nam niet alleen militaire terreinen in maar confisqueerde ook verschillende private villa’s, zoals Beukbergen. Het werd het regionale hoofdkwartier. Na de oorlog vestigde een legerpredikant er een opvang met protestants geestelijke vorming voor militairen. Sinds 2000 is het een Algemeen Militair Vormingscentrum.
Op 15 augustus 1944 bombardeerden de geallieerden de vliegbasis Soesterberg hevig. In april 1945 maakten de Duitse Sprengkommando’s een einde aan dat wat nog overeind stond na de bombardementen van augustus 1944. Van de vliegbasis was toen weinig meer over. Een van de eerste gebruikers na de oorlog was Prins Bernard, die er zijn collectie privévliegtuigen plaatste. Ook de KLM was actief in Soesterberg met vlieglessen en een opleidingscentrum.
In 1947 wordt de vliegbasis aangewezen als militair vliegveld. Het 322 Squadron werd hier gevestigd, die nog vloog met de oude Spitfire. In 1951, het jaar van de officiële opening, kwamen de eerste straaljagers. Hiervoor moest het terrein grondig aangepast worden, met allerlei nieuwe gebouwen en verlengde de start- en landingsbanen. Dat leverde de bizarre situatie op dat er een kruising kwam met de Montgomeryweg, de oude weg tussen Soesterberg en Soest. Een verkeerslicht regelde hier het verkeer tussen auto’s en vliegtuigen. Pas in de jaren ’70 werd de weg omgelegd.
In maart 1953 werd de Koninklijke Luchtmacht opgericht en werd de luchtvaartafdeling van de landmacht een afzonderlijk krijgsmachtonderdeel. Dit was het gevolg van het tekenen van het
NAVO-verdrag in 1949. Als onderdeel van de NAVO-activiteiten in Nederland kwam een Amerikaans squadron straalvliegtuigen in Soesterberg, het 32e Tactical Fighter Squadron, bijgenaamd the Wolfhounds. Zij zouden blijven tot 1994. In 1968 kwamen er Nederlandse transport- en helikoptereenheden bij. Deze nieuwe ontwikkelingen leidden tot veel verzet en klachten van bewoners van de omgeving van de vliegbasis. Voornamelijk het geluid van de straaljagers en het lage vliegen dat de piloten moesten oefenen baarden de bewoners zorgen en joegen hen schrik aan. Soms ging het ook fout, zoals op 2 januari 1959, toen er brandende delen van een straaljager in Huis ter Heide op een schuur belandden, waardoor twee inwoners van Huis ter Heide om het leven kwamen. De piloot heeft zich met zijn schietstoel in veiligheid kunnen brengen.
Het Amerikaanse Squadron kreeg een eigen kampement, Camp New Amsterdam genoemd. Hier waren de onderkomens van de militairen, hangars en onderhoudsgebouwen, maar ook allerlei andere gebouwen zoals een kapel, een kantine, ontspanningsgelegenheden en een supermarkt vol belastingvrije Amerikaanse etenswaar. Ook de McDonalds in Huis ter Heide hebben we te danken aan de Amerikaanse aanwezigheid in Soesterberg: het was de eerste McDrive in Nederland, geopend in 1987. In de jaren ’80 waren er zo’n 1600 Amerikaanse militairen gestationeerd in Soesterberg, samen met hun gezinnen kwam dat neer op ongeveer 3500 Amerikanen. In Soesterberg werd om die reden een nieuwe woonwijk gebouwd, vlak daarbij verrezen een Amerikaanse middelbare school, een grote supermarkt en een ziekenhuis.
Het vertrek van de Amerikanen in 1996 zorgde voor leegstand in Soesterberg. Vanwege het Lockerbie-proces, dat in Soesterberg plaatsvond, werden de school en het ziekenhuis verbouwd in 1999/2000.
Vanaf 1994 kreeg het Nederlandse deel van de vliegbasis een nieuwe bestemming met de stationering van een Tactische Helikoper Groep. Deze groep is in het begin van de 21e eeuw overgeplaatst naar Gilze-Rijen vanwege de sluiting van Vliegbasis Soesterberg. In 2008 vertrok de laatste helikopter uit Soesterberg en is het terrein teruggegeven aan de natuur. In december 2014 openen het Park Vliegbasis Soesterberg en het Nationaal Militair Museum op het voormalig vliegterrein haar deuren.
Beeld en archiefmateriaal: Particulier, Zeister Historisch Genootschap en Gemeente Archief.