Door: Asta Diepen Stöpler
Mart Termaaten: “Het Koninklijk Huis was dol op onze boterkoek gevuld met karamel. Een adjudant van prinses Juliana woonde in de buurt en kwam deze koek geregeld halen om mee te nemen naar Soestdijk.”
Jan en Mien Termaaten openden hun banketbakkerij in 1938 aan de Oude Arnhemseweg 234. In datzelfde jaar is Mart geboren. Hij nam de zaak in 1970 over. Door toenemende concurrentie van supermarkten is de banketbakkerij in 2000 gesloten. Op dit adres is tegenwoordig een kinderdagverblijf gevestigd met de toepasselijke naam ‘Het Kruimeltje’.
Mart Termaaten praat over Banketbakkerij Termaaten.
Mijn ouders begonnen voor de Tweede Wereldoorlog met de banketbakkerij aan Oude Arnhemseweg, toen een nieuwbouwwijk. Specialiteiten waren chocoladebatons, roomboterkoekjes en schuimtaarten. Op de fiets brachten ze bestellingen rond in houten kistjes die ze onder de arm hielden. De volgende dag werden de kistjes dan weer opgehaald. Mijn vader kocht al vroeg een auto, maar die toch is nauwelijks gebruikt voor de bezorging.
In de oorlog waren grondstoffen schaars. Als klanten taart of koek wilden, dan moesten ze zelf bloem, suiker en boter meenemen. Om het gezin te kunnen onderhouden verhuurden mijn ouders kamers, het liefst aan schooljuffrouwen. Maar ook evacués uit Rhenen vonden onderdak bij ons.
Mijn moeder overleed in 1957 en mijn zuster Janet ging met 15 jaar in de winkel om haar werk over te nemen. Zij moest hiervoor van school, zo ging dat toen. De winkel is al snel korte tijd gesloten. In 1970 nam ik de zaak over.
Voordat ik dat deed, was ik kok bij diverse gerenommeerde zaken, onder meer bij hotels in Italië en Zwitserland en Van Angeren de lunchroom/banketbakkerij aan de Lange Viestraat in Utrecht. Het banketbakkersvak leerde ik bij Top’s Edelgebak in Bilthoven.
Lettie en ik leerden elkaar in 1968 kennen. Zij is pedicure, maar werkte na ons trouwen mee in de winkel.
Onze specialiteit was onder meer chipolatataarten. Het Koninklijk Huis was dol op onze boterkoek gevuld met karamel. Een adjudant van prinses Juliana woonde in de buurt en kwam deze koek
geregeld halen om mee te nemen naar Soestdijk. Een andere klant werkte in Den Haag bij koningin Beatrix en ook zij nam regelmatig boterkoek mee voor bij de thee.
Toen Bakkerij Alberts zijn winkel in 1980 opdoekte, vroegen onze klanten of wíj brood wilden verkopen. Verkopen wilde ik wel, maar niet zelf bakken. Bakker Kortleve uit Bunnik bracht elke dag om 8.30 uur brood bij ons.
’s Ochtends was het spits: saucijzenbroodjes, mokkataart (het recept heb ik van Top’s Edelgebak), pizzabroodjes bakken. Veel bestellingen voor bedrijven in de buurt: PGGM, Rabo Facet, BVG/Cadans, Sola. Al gauw 20 – 30 stuks voor bij de koffie. Tot 10.30 uur was het een gekkenhuis in de bakkerij en daarna moesten we de spullen natuurlijk rondbrengen. Een tot anderhalf uur waren we daar zoet mee. Het geheim van een goed saucijzenbroodje is half-om-halfgehakt en de juiste kruiden. Toen we een diepvries hadden, maakte ik een keer per week honderden saucijzen- en pitabroodjes, die ik ongebakken invroor. Dat maakte het werk in de bakkerij makkelijker. Ons pizzabroodje wordt nu gebakken door Bakker Albert en het draagt de naam ‘Termaatje’.
Dit artikel is al eerder verschenen in De Nieuwsbode op 25 mei 2016.
