Door Asta Diepen Stöpler
Sebastiaan de Jong: “De Jong Delicatessen was een chique winkel, waar welgestelde, vaak adellijke mensen hun verfijnde koekjes, noten en wijn kochten. Alleen het fijnste van het fijnste was goed genoeg.”
De heer van Dongen startte aan de Slotlaan 288 – 290 zijn delicatessenzaak begin jaren ’30. In 1950 nam Ger De Jong de winkel over. In 1987 volgde Sebastiaan de Jong hem op. Hij verhuisde in 1995 naar de Hogeweg om de winkel in voorjaar 2017 voort te zetten aan Lageweg 11 onder de naam ‘De Witte Os’. Sebastiaan de Jong vertelt over De Jong Delicatessen.
Schimmelkaas was in de jaren ’70 onbekend in Nederland. Beschimmelde kaas heette bedorven te zijn. De heer – Ger – De Jong moest al zijn overredingskracht gebruiken om Roquefort en Bresse Bleu aan de man te krijgen. Hij was ook een van de eersten die beaujolaiswijn verkocht. Hij vervulde een pioniersfunctie in Zeist en omgeving.
De Jong Delicatessen was een chique winkel, waar welgestelde, vaak adellijke mensen hun verfijnde koekjes, noten en wijn kochten. Handgemaakte borstplaat van Top’s Edelgebak, roomboterkrakelingen van een Utrechtse bakker. Alleen het fijnste van het fijnste was goed genoeg. Ieder jaar in oktober stonden tientallen dozen rumkransjes van Mousset opgestapeld tot aan het plafond.
Binnen de kortste keren was de voorraad verkocht. De oude meneer De Jong – geen familie – woonde boven de winkel. Iedere ochtend ging hij de trap af, met colbert en stropdas om zijn cliënten in stijl te kunnen helpen. Ieder jaar maakte hij duizenden kerstpakketten voor bedrijven in heel Nederland, zoals BASF uit Arnhem en Barneveld Lagerfabriek.
Toen ik de zaak overnam werkten er twee uitstekende winkeljuffrouwen: Sophia Hartsuiker en Ada van der Heg. Zij hadden goed gevoel voor de vooraanstaande clientèle. Ik breidde het assortiment uit met mango, avocado’s en ananassen. Twee keer per week stond ik om 5 uur ’s ochtends op om exotisch fruit in te kopen bij het inkoopcentrum ‘De Buik van Nederland’ in Amsterdam.
Van Russische scheepslui kreeg ik voor de Glasnost uitstekende kaviaar voor een redelijke prijs. Na 1989 – het einde van de Sovjet Unie – heb ik hen niet meer gezien. De maffia nam de zaken over: de prijzen verdubbelden en de kwaliteit kelderde.
Een klooster gaf me eens gigantische pompoen. Een prachtige blikvanger voor de winkel aan de Slotlaan. Iedere ochtend reed ik het gevaarte op een wijnvat met wieltjes naar buiten en ’s avonds weer naar binnen.
Een deftige hoogbejaarde dame wilde er een flink stuk van hebben. Toen ik de zaden verwijderde, zei ze dat ze deze juist wilde hebben ‘als lustopwekkend middel voor mijn echtgenoot’.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Nieuwsbode op 15 november 2017