Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Stomerij Quick and Good

Door: Asta Diepen Stöpler

Letty Termaaten – Slaa: “Het was toen gebruikelijk de knopen van kleding te verwijderen vóór de reiniging. Daarna moesten deze er weer aangezet worden.”

Stomerij Quick and Good was de eerste jaren gevestigd op 1e Hogeweg 1, opgericht in 1932. Later verhuisden Jan, Go en zoon Jan Geeverdink met de stomerij naar 1e Hogeweg nummer 5. De zaak is in 1932 geopend, de sluiting was in 1972.

Letty Termaaten – Slaa blikt terug op de stomerij van haar oom en tante.

Familiebedrijf

Op de plek waar nu IJssalon Venezia is, hadden mijn oom en tante – Jan Karel Geeverding en Go Geeverdink – Slaa – een stomerij voor ‘chemisch wasschen, persen,stoomen, verven, stoppage en keeren’.

Stomerij Quick and Good in de jaren ’30. Links Go Geeverdrink en zoon Jan Karel, geboren in 1932.In de winkel stond een grote houten toonbank, gemaakt door de Zeister timmerman Carree. Deze toonbank is nog in gebruik bij Letty Termaaten - Slaa.

Fabriek

Drie generaties Geeverdink waren er: mijn oom die de zaak startte, zijn vader en zijn – enige – zoon, geboren in 1932. Alle drie met de voornamen Jan Karel. Mijn broer Arnold en ik woonden in onze jeugd in Amsterdam. Regelmatig logeerden we bij oom Jan en tante Go en mochten we meehelpen met het stempelen van kwitanties.

Strijken en persen

Mijn oom en tante kwamen uit Amsterdam. Begin jaren ’30 trouwden ze en verhuisden ze naar Zeist. Achter de winkel was een grote fabriek voor de chemische reiniging, stomen, persen en verven van kleding, gordijnen en andere textiel. In de fabriek stonden heel grote machines en een gigantische ketel met een lange pijp er op. In het bijbehorende ketelhuis brandde het vuur hoog. Ik was daar bang voor, want je zag altijd de vlammen.

Administratie

Mijn oom werd na de oorlog ernstig ziek en was lange tijd bedlegerig. Hij hielp mee met het aanzetten van knopen. Het was toen gebruikelijk de knopen van kleding te verwijderen vóór de reiniging. Daarna moesten deze er weer aangezet worden. Oom Jan was er hele dagen mee bezig. Tante Go runde de zaak. Haar stelling was dat alles moest blijven zo als het was. Haar manier van boekhouden was omslachtig: bonnetjes schrijven bij inname, inschrijven in de boeken, weer uitschrijven en een bonnetje als de klant zijn textiel ophaalde. Mijn vader, die administrateur was gaf haar meermalen het advies om de boekhouding te vereenvoudigen. Maar daar wilde ze niets van weten. Alles bleef bij het oude.

Tweede Wereldoorlog

In de oorlog was de fabriek een tijd gebruikt als gaarkeuken. Mensen hadden geen geld om hun goed te laten stomen. Om toch inkomsten te hebben, verhuurden mijn oom en tante de ruimte.