Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Van den Bosch, oorlogskind 1940-1945

Door: Marja Vermeulen

Meneer van den Bosch vertelt over zijn herinneringen aan de Tweede wereldoorlog.

Paspoort

Naam: Han van den Bosch
Geboren: 3 juni 1935
Kinderen: 2
Kleinkinderen: 5

Han van den Bosch

Schooltijd

Ik ben geboren op 3 juni 1935 in Amsterdam. In 1939 zijn wij verhuisd naar het Zusterplein 24 in Zeist. Mijn vader was winkelverkoper. Later werd hij vertegenwoordiger in schoolartikelen. Mijn oma woonde in het weduwenhuis. Mijn vader en opa waren creatief.

Eerst ging ik naar de kleuterschool. Daarna naar de jongensschool. Dat was een grote overgang. Het was een donker lokaal en het was veel strenger. Ik kon niet goed meekomen op school. Ik had moeite met lezen en schrijven. Daarom werd ik naar de vrije school aan de Kroostweg in villa Rozenhoeve gestuurd. Dat werd ook wel het gekkenschooltje genoemd. Onzin natuurlijk. Het was een school op antroposofische basis. Daar ging men anders met kinderen om. De kinderen van professor Lievegoed gingen daar ook naar school. Professor Lievegoed was bestuurslid van de school (Bernardus Cornelis Johannes Lievegoed was een Nederlands psychiater, pedagoog, hoogleraar, organisatiedeskundige en antroposoof, die nauw betrokken was bij de ontwikkeling van de antroposofische beweging in Nederland). Veel later bleek, dat ik dyslexie had. Dat begrip kende men toen nog niet.

Ik ging lopend naar school. Ik liep dan via de Utrechtseweg en Kroostweg. Daar was altijd reuring. De school ging om 13.00 uur uit. Als de sirenes afgingen was ik wel bang. Er waren regelmatig luchtgevechten en veel vliegtuigen in de lucht. In 1943 ging de school dicht. Er was niet genoeg brandstof om de school warm te stoken. Ik kreeg een beetje les van een vriendin van mijn moeder. In het Slot was een Wehrmachts kazerne gehuisvest. Na schooltijd mocht ik niet van het plein af. Er waren genoeg kinderen om mee te spelen op het plein. Ik speelde vaak met de pastoriekinderen. Dat was een Duits gezin. De vader moest het leger in. Het gezin bleef alleen achter. Na de oorlog moesten alle Duitse mensen weg.

Voorbeeld van een vliegtuig uit de oorlog
Bombardement

Op een mooie zomerdag dag speelden we op het laantje achter de pastorietuin. Plotseling was er een bommenwerper in de richting van het Slot die een Stucka onder vuur nam en een stel bommen liet vallen. We renden het huis in toen een dreunende explosie ruiten deed sneuvelen door de luchtdruk. Toen was op eens stil en hoorden we alleen glasgerinkel. Een bom was ontploft in de oever van de sloot en had een grote linde in de Slotvijver gedrukt die daar vele jaren bleef liggen. De bomkrater was bij de 3e linde van af het bruggetje naar de Waterigeweg – Zinzendorflaan.

Opvang vluchtelingen uit Arnhem

In 1944 kon je in het najaar in de verte de kanonnen horen. Op een dag werd ik wakker en stonden er allemaal karren en wagens op het plein. Dat waren evacués uit de omgeving van Arnhem. De karren en wagens werden vaak met de hand getrokken. Ik weet nog, dat in één van de karren een varken zat. Aannemer Voerman maakte een tweede houten brug over de sloot naar de weg. Ook werden er latrines gemaakt bij het koetshuis. Die zijn nooit gebruikt. De mensen waren eigenlijk wel vrolijk. Het was leuk om zoveel nieuwe kinderen te zien. Dan had je weer nieuwe speelkameraadjes. Als kind had je helemaal geen politiek besef. Dokter Giesbergen was denk ik de enige met een autootje. Die werd de hoestbui genoemd. De opvang van de vluchtelingen onder de bezielende leiding van meneer Kits en meneer Giesbergen heeft een paar weken geduurd.

Herinneringen aan de oorlog

Mijn vader is opgepakt bij een razzia. Ik kan me nog herinneren dat er soldaten door het huis heen dreunden. Dat was heel eng. Tegen het eind van de oorlog was mijn vader weer terug. Mijn moeder heeft in de tussentijd het huishouden bestierd. Het eten was dunnetjes. Ik vond het naar om naar de gaarkeuken te gaan. Brood was niet te eten.

Ik weet nog dat in het Slot brand was. Wij werden uit bed gehaald. Later bleek dat de brand was ontstaan door een omgevallen kacheltje. In de ramen van ons huis zat geen glas meer. De ramen waren dicht geplakt met karton.

Bevrijding

Toen de geallieerden kwamen heb ik bijna de hele dag op Het Rond staan kijken. Ik had nog nooit zoveel militair materieel gezien. Door de Sherman tanks vlogen de stenen uit de weg. De geallieerden gooiden sigaretten en chocola naar de mensen.

Euforie op Het Rond tijdens de bevrijding van Zeist
Bronzen beeld bij Beek en Royen gemaakt door Van den Bosch
Na de oorlog

Na de lagere school ben ik naar de VGLO school aan de Choisyweg gegaan. Daarna heb ik allerlei banen gehad. Ik heb gewerkt bij bakkerij Lukien en bij Wees en Weiss. Dat was heel hard werken voor 12 gulden in de week. Ik ben in militaire dienst geweest en heb daarna bij de Spoorwegen gewerkt. Ik volgde in de avond de ambachtsschool aan de Hogeweg.

Ik heb mijn vrouw leren kennen in Broedergemeente Königsfeld in Schwarzwald. Ik was daar met de blazers om het 500-jarig bestaan van de Broedergemeente te vieren. Uiteindelijk kreeg ik een baan als conciërge bij Schoonoord. In die tijd ben ik in de avond naar de kunstacademie gedaan en heb ik beeldhouwen geleerd. Inmiddels heb ik veel beelden gemaakt, die op veel plekken in Zeist te zien zijn. Ik heb mijn hele leven op de pleinen gewoond en woon daar nog steeds met veel plezier.