Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Jeugd

Door: Dick van de Kamp

Joke Folmer was een bijzondere vrouw. Op 1 juli 2023 zou ze 100 jaar geworden zijn. In haar lange leven heeft ze veel meegemaakt.

Joke is opgegroeid in Nederlands Indie. In 1938 kwam de familie Folmer terug naar Nederland. Ze vestigden zich in Zeist aan de Homeruslaan 57. Joke bezocht het Christelijk Lyceum. Ze kwam te zitten naast een joods meisje. Ze heette Rosette Bannet. Rosette werd haar hartsvriendin. Toen Rosette niet meer naar school mocht heeft Joke haar op verzoek van haar wiskundeleraar huiswerk gebracht. De behandeling van de Joden en het verdwijnen van Rosette hebben Joke zeer geraakt. Ze was vreselijk boos. Dit was samen met de anti Duitse sfeer op het Lyceum de aanleiding om in het verzet te gaan.

Fiat Libertas

Ze groeide uit tot een van de belangrijkste en meest onderscheiden verzetsstrijdsters van ons land. Ze bracht 320 mensen over de grens waaronder krijgsgevangen, Joden, Nederlanders die naar het zuiden wilden en 120 vliegeniers. Als een van de laatsten van de groep Fiat Libertas werd ze gearresteerd. Ze heeft in het Oranjehotel in Scheveningen gezeten in 6 weken eenzame opsluiting. Daarna kwam ze in Kamp Vught. In Utrecht is ze met andere leden van de Fiat Libertas groep in een showproces ter dood veroordeeld.

Bevrijding

In de chaos rond Dolle dinsdag is ze naar Duitsland gebracht. Samen met haar collega’s Nel Lind en Jet Roosenburg. De papieren die nodig waren voor de executie werden te laat nagezonden. Ze hebben in 5 gevangenissen gezeten en op 6 mei 1945 zijn ze in Waldheim door de Russen bevrijd. Op 13 juni was Joke weer thuis. De terugtocht is gemaakt met Nel Lind en Jet Roosenburg. Talloos zijn de wederwaardigheden. Jet heeft ze een paar jaar na de bevrijding te boek gesteld. Het leest als een avonturenroman.

Na de oorlog

Na de oorlog neemt Joke haar carrière weer op. Haar herinneringen zitten in een doos die bij haar ouders op zolder ligt. Ze is werkzaam bij de Kinderbescherming. Ze trouwt en krijgt 5 kinderen en pleegkinderen. Ze praat niet over de oorlog. Maar na een jaar of twintig wordt ze gevraagd in de klas van haar zoon iets te vertellen. Dat wordt een nieuwe taak. Voorlichting over de oorlog.

In de jaren 70 verhuist ze naar Schiermonnikoog. Ook hier zit ze niet stil. Ze zit in de Gemeenteraad, is ambtsdrager in de Hervormde Kerk , ze zorgt voor gedenkstenen bij de woning van een omgekomen joodse familie en is de dragende kracht van het 4 en 5 mei comite. De dodenherdenking op de begraafplaats Vredenrust wordt altijd druk bezocht.