Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Flatbouw in Vollenhove

Tekst Kees Breunesse, Zeister Historisch Genootschap

Het eerste grote bouwplan in Zeist was plan Vollenhove, genoemd naar de buitenplaats aan de Utrechtseweg, waartoe de grond behoorde. Dit project maakte deel uit van het in mei 1962 door de Utrechtse Provinciale Staten vastgestelde en in juli 1965 door de kroon goedgekeurde streekplan ‘De Utrechtse Heuvelrug’.

Zoveel mogelijk woningen op zo weinig mogelijk grond

Aanvankelijk werd een uitbreidingsplan ontworpen voor ca. 2.000 woningen in het gebied Dijnselburg, maar dit werd doorkruist door een ontwerp van een tracé van een nieuwe rijksweg van Utrecht naar Amersfoort. Daarom moest de gemeente Zeist op zoek naar een alternatief. Uitgangspunt was zoveel mogelijk woningen op zo weinig mogelijk grond te bouwen, zodat de aanwezige bospartijen als een natuurlijke groenvoorziening in het plan konden worden opgenomen. Zo ontstond: ‘Het bebouwingsplan Vollenhove’, bestaande uit 2.250 woningen, waarbij ruimte werd gereserveerd voor scholen, kerken en een winkelcentrum. Burgemeester A.P. Korthals Altes presenteerde het prestigieuze project aan de pers.

Bouw Flat Vollenhove 1 september 1966
Flatbouw Vollenhove nadert zijn voltooiing 25 juli 1967
Flatgebouwen van 12 bouwlagen

Hoofdpunt was de bouw van drie grote flatgebouwen, elk van twaalf bouwlagen, alsmede een winkelcentrum met daarboven te verhuren kantoorruimten. De flats werden van de meest moderne gemakken voorzien, zoals liften, centrale verwarming, tochtdichte ramen en zwevende vloeren. Ook een deurtelefoon, centraal antennesysteem en mechanische ventilatie ontbraken niet.

Het bouwterrein werd begrensd door de nieuw aan te leggen Rijksweg 28, het verlengde van de Oude Woudenbergse Zandweg, de Utrechtseweg en de Thorbeckelaan.

Tijdelijke woning

Het hele complex werd gebouwd door aannemersbedrijf Lisman en Lisman. Met het project was ongeveer honderd miljoen gulden gemoeid. Op 31 augustus 1967 zijn de eerste woningen in gebruik genomen. Overigens was de belangstelling van woningzoekenden en van Zeister ingezetenen gering vanwege de hoge huurprijs, die ƒ 184,60 per maand bedroeg. Het gerucht deed zelfs de ronde dat, als men in Vollenhove ging wonen, men op water en brood moest leven, want de rest ging op aan huur.

Dit kwam vooral doordat de meeste mensen weigerden door te stromen naar een duurdere flatwoning. Toch werden alle flats ten slotte verhuurd, maar over het algemeen gold de bewoning voor een beperkte periode. De meeste mensen beschouwden hun verblijf als tijdelijk en zagen uit naar een eengezinswoning. De gemeenteraad moest toegeven dat het beoogde doel, daling van het aantal woningzoekenden, met dit project niet was bereikt en moest uitkijken naar nieuwe mogelijkheden.

 

Bronnen:

  • Seijst, 2011, 4e kwartaal, artikel: Zeist in de jaren 1811 – 2011, blz. 103 en 104
  • Foto’s gemeentearchief Zeist

·