Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Melkboer van Vulpen

Door: Asta Diepen Stöpler

Nelie van Vulpen – van den Biezen: “Nico werkte jarenlang in de wijk met zijn busje. Kou en regen maakten hem niets uit, daar kon hij goed tegen.

Nico en Nelie van Vulpen hadden hun winkel van 1961 tot 1995. Zij kochten het woonhuis-winkelpand Kritzingerlaan 11 van kapper Van Essen. In de jaren ’80 is de winkel verbouwd en kwam er een nieuwe vitrine. De oude winkelruimte is in 1995 veranderd in de woonkamer en de winkeldeur is definitief dichtgemetseld.

Nelie van Vulpen – van den Biezen van melkboer Nico van Vulpen op de hoek Kritzingerlaan – De Wetlaan vertelt.

Het begin: de melkwijk

Nico begon 60 jaar (omstreeks 1955) geleden als melkboer. Hij bracht melk en andere zuivel aan huis in de wijk Valckenbosch. ‘Melkboer!’ riep hij en zette het krat met flessen in de keuken.

Melkboer van Vulpen

Winkel

1961 was een belangrijk jaar: we trouwden, kochten een winkel-en-woonhuis en openden onze winkel.

De omgang met onze klanten vonden we allebei het mooist. Gezellig een praatje maken maar nooit roddelen, daar houden we niet van. We kenden bijna iedere buurtbewoner en we zagen de kinderen opgroeien. Laatst werden we aangesproken door een man, die als kind snoepjes van ons kreeg als hij met zijn moeder boodschappen deed.

Vroeg opstaan

In de beginjaren stond Nico iedere ochtend om 6.00 uur op om bij de melkfabriek aan de Bergweg losse melk in melkbussen te halen. In de winkel schepte ik het dan met een speciaal emmertje over voor de klanten. Later kwamen de glazen flessen en daarna de melkpakken. Ik stond in de winkel, bijgestaan door onze onmisbare hulp Gerda. Nico en ik kregen 4 kinderen. De jongens hielpen hem vaak op zaterdag, de meisjes stonden regelmatig in de winkel.

Venten

Nico werkte jarenlang in de wijk met zijn busje. Kou en regen maakten hem niets uit, daar kon hij goed tegen. Op een gegeven moment begonnen de jaren toch te tellen en vanaf 1992 stopte hij met de wijk en kwam hij gezellig bij mij in de winkel.

Klanten

Ik was in het begin best wel verlegen, maar in de loop der jaren werd ik mondiger. Op een zaterdag kwam een dame met nogal wat kapsones binnen. Zij dacht voor te kunnen dringen, maar ik zei dat ik maar één klant te gelijk kon helpen. Ze moest gewoon op haar beurt wachten.

Een buurjongetje kwam wel heel vaak lege statiegeldflessen inleveren. Toen ik doorhad dat hij die flessen naast de winkel uit onze kratten pakte, moest hij van mij achter in de keuken 100 strafregels schrijven: ‘ik mag niet stelen.’ Hij heeft het nooit meer gedaan.

Dit artikel is al eerder verschenen in De Nieuwsbode, 30 september 2015.