Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Hoogstraten - Schoch Van

Mevrouw Amanda Augusta van Hoogstraten – Schoch (1869-1951)
Schrijfster en gemeenteraadslid

Door: JanHein Heimel

Inleiding

Amanda Augusta werd op 10 december 1869 geboren in Arnhem als dochter van (de uit Zwitserland afkomstige) generaal J.G.H. Schoch. Zij groeide op als derde kind in een gezin met 9 kinderen. In 1897 trouwde zij met dominee Gerard van Hoogstraten, zoon van een hofprediker. Samen kregen zij 3 zoons.

Tot 1905 wonen zij in de pastorie van Eerbeek. Daarna verhuizen zij naar Zeist. Eerst wonen ze in de pastorie in de Dorpsstraat 14 en later in de pastorie op nummer 20. In 1916 publiceert zij haar eerste boek. Het zullen er bijna 30 worden.

Ds. van Hoogstraten overlijdt in 1920. Na zijn dood krijgt zij voor de Christelijk Historische Unie zitting in de gemeenteraad van Zeist (1923-1929) en maakt zij deel uit van Provinciale Staten (1924-1927). Zij is dan verhuisd naar villa ‘Casita’, Mooie Laantje 49, nu Prof. Lorentzlaan 59.

Amanda Schoch overlijdt op 20 mei 1951 op 81-jarige leeftijd. Zij is begraven, met haar echtgenoot, op de gemeentelijke begraafplaats aan de Woudenbergseweg.

Amanda Augusta van Hoogstraten - Schoch met handtekening
Ds Gerard van Hoogstraten
De schrijfster

Ds. Hoogstraten verzorgde de redactie van de Zeister kerkbode. Zijn vrouw schreef hierin een feuilleton dat zo gewaardeerd werd dat na voltooiing gevraagd werd het als boek uit te geven; dit gebeurde. Zo ook met het volgende feuilleton dat onder de titel “Kijkjes uit ‘s levens venster” werd uitgegeven door uitgeverij Kok in Kampen. De omslag wordt getekend door de Zeister illustrator C. Jetses. Hij maakt gebruik van een tekst uit het boek die verwijst naar de wegwijzer op Het Rond aan de ene kant van de pastorie en aan de andere kant de kerktoren van de Oude Kerk.

Hierna volgen nog vele boeken, verhalen en andere bijdragen in diverse bladen waaronder de Zeister Courant.

In die tijd wordt de schrijfstijl als vlot ervaren maar bovenal is de christelijke levensvisie van waaruit zij schrijft duidelijk herkenbaar.

In 1917 wordt zij redactrice van “onze Gids” een maandblad voor Vrouwen en Meisjes. Ook word zij redactrice van “christelijk vrouwenleven” waarin zij o.a. de rubriek “Ons thee uurtje” verzorgd. De vele romans die zij schrijft worden in christelijke kring over het algemeen zeer gewaardeerd omdat zij boeiend weet te vertellen. Toch is er ook veel kritiek. De encyclopedie voor de wereldliteratuur schrijft over mevrouw van Hoogstraten: ‘Haar boeken kunnen moeilijk tot de literatuur gerekend worden, doch vonden, mede door de ijverige propaganda voor haar geloof, welke zij bevatten, een brede lezerskring onder haar geestverwanten’. Een zestal romans zijn ook in Duitsland uitgegeven.

De roman “Gouden Teugels”, een christelijk tegenbeeld van de emancipatieroman “De Opstandigen” van Jo van Ammers-Küller is naast het Duits ook in het Zweeds, Hongaars en Deens vertaald. Deze roman beleefde in Nederland inmiddels 12 drukken en wordt nog steeds nieuw verkocht.

In een interview ter gelegenheid van haar tachtigste verjaardag in het dagblad Trouw verteld mevrouw van Hoogstraten geïnteresseerd te zijn in de kritiek op haar boeken, maar dat zij ook rekenschap te geven heeft aan God. Zij geeft ook aan haar grootste voldoening te halen uit de gesprekken die zij met mensen voert die bij haar komen praten naar aanleiding van wat zij geschreven heeft.

Het Raadslid

Op 4 september 1923 deed mevrouw van Hoogstraten haar intree als lid van de Zeister gemeenteraad als een van de twee leden van de Christelijk Historische Unie. Na een socialistisch gemeenteraadslid in de voorafgaande periode was zij de tweede vrouw in de Raad.

Van 1924 tot 1927 was zij ook lid van de Provinciale Staten van Utrecht.

In de Raad van Zeist botste zij in het eerste jaar regelmatig met wethouder ds. L. Adriaanse over het noodzakelijke aantal gemeentelijke vroedvrouwen. Behalve op medisch en sociaal terrein heeft mevrouw van Hoogstraten vanuit haar christelijke overtuiging sterk gepleit voor de bescherming van het gezinsleven tegen invloeden van buiten. Zo pleitte ze tegen het verlenen van toestemming voor dansen in de avonduren in verschillende inrichtingen. Ook was zij sterk voor het verplichte ontslag aan huwende onderwijzeressen: “Bij haar huwelijk gaat de vrouw over tot een gansch anderen levensstaat. Moederschap is een heiligen zaak, die door rust en volkomen toewijding moet worden voorbereid”.

Gedurende de tijd dat mevrouw van Hoogstraten gemeenteraadslid was had zij vaak contact met burgemeester mr C.J. (Jan) Baron Tuyll van Seronskerken. Dit had tot gevolg dat veel Zeistenaren het bison echtpaar in het Bisonpark i.p.v. met de namen Jupiter en Juno, hun echte namen, aanduidden met Jan en Amanda.

Hoewel het niet officieel is vastgelegd was het voor velen duidelijk dat het verzoek om “Het Mooie Laantje” om te dopen in Prof. Lorentzlaan van mevrouw Van Hoogstraten afkomstig was. De reden was volgens de burgemeester “dat de oude naam kinderachtig klonk en weinig passend is voor zulk een langen verkeersweg. Bovendien is deze laan niet eens zo mooi”.

In 1929 verliet mevrouw Van Hoogstraten Zeist om zich te vestigen in Katwijk. In een raadsvergadering in 1930 waarbij de openstelling van het Walkartpark in de nachtelijke uren werd besproken werd gesteld dat mevrouw Van Hoogstraten zeker tegen zou hebben gestemd.

In 1935 kwam zij terug naar Zeist en ging weer wonen in haar oude huis aan de Prof. Lorentzlaan. In de plaatselijke en provinciale politiek keerde zij echter niet terug.

Amanda Augusta van Hoogstraten - Schoch
Ridder in de orde van Oranje Nassau

In 1939 wordt zij in de Utrechtse Jaarbeurs gehuldigd ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag. Uit handen van minister president De Geer ontvangt zij bij die gelegenheid een Koninklijke onderscheiding: Ridder in de Orde van Oranje Nassau.