Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Gedenksteentje Burgemeester Patijnlaan 49

Door: Gerrit van der Vorst en Heleen van ’t Vuur

Aäron van der Hoek, die tot 1942 in Hilversum een koosjere bakkerij heeft gedreven, zit met zijn vrouw Lisa van der Hoek-van Dam ondergedoken in Utrecht, vanwaar hij op en neer reist voor zijn werk in de bakkerij van Pieter Schat in Zeist. Als Aäron in de herfst van 1943 gedwongen is zijn Utrechtse schuilplaats te verlaten, zorgt Toon van de Kamp ervoor, dat hij bij het echtpaar Pieter en Annie Schat-Truschel kan onderduiken.

Kader

Onderduiker:
Aäron van der Hoek, gehuwd, bakker (Hilversum, 3 juni 1916 – Melbourne, Australia?, ?30 december 2000).

Onderduikgevers:
Het echtpaar Pieter Anne Schat, houder luxe brood- en banketbakkerij, (Utrecht, 6 januari 1903 – Zeist, 21 maart 1991), en Johanna Schat-Truschel (Utrecht, 8 augustus 1909 – Zeist, 18 januari 1986).
Tijdens de bezetting twee kinderen (1930, 1931).

Het echtpaar Schat-Truschel

Aanvankelijk weet het echtpaar Schat-Truschel niet beter of het gaat hier om een (niet-joodse) man die zich onttrekt aan de Arbeitseinsatz in Duitsland. Er ontstaat al spoedig een hechte vriendschap tussen het echtpaar Schat-Truschel en Aäron van der Hoek, en dan durft hij ze te vertellen dat hij van joodse afkomst is. Pieter Schat reageert op deze bekentenis met de opmerking:
‘Ik heb nog twee flessen jenever staan, en als de Duitsers mochten komen dan voer ik ze zó dronken dat je gemakkelijk ongemerkt kunt wegkomen.’

Illegale activiteiten

Pieter Schat is ook betrokken bij illegale activiteiten, waaronder het opslaan van wapens in de kelder van zijn huis. Als bakker heeft hij recht op een voorraad meel, en hij stuurt een deel daarvan door naar alle huizen waar leden van Aäron van der Hoeks familie verborgen zitten. Vooral gedenkt hij een echtpaar in Laren, die het ziekelijke dochtertje van het echtpaar Van der Hoek-van Dam verzorgt, terwijl ze zelf zeven kinderen hebben.
Aaron van der Hoek zal van najaar 1943 tot de bevrijding bij het echtpaar Schat-Truschel blijven.

Ernstig ongeval

Op dinsdag 20 maart 1945 vindt er een ernstig ongeval plaats. Uit het politiedagrapport van die dag:
23.20 uur Wordt aan het bureau kennis gegeven, dat wachtmeester P. Jutte in de bakkerij van Schat een ongeluk met zijn pistool heeft gehad, tengevolge waarvan hij een schot in zijn borst heeft gekregen, en zoals later bleek overleden was. P.V. door Brig. van Dolderen. Het lijk van Jutte is geborgen beneden in het lijkenkamertje.

In 1993 verschijnt een boekje over de huisvesting van de gemeentepolitie, waarin ook iets geschreven is over deze onverklaarbare gebeurtenis:
Tijdens het ophalen van een Joodse onderduiker om deze over te brengen naar een ander onderduikadres, liet Jutte in de bakkerij van Schat aan de Burgemeester Patijnlaan zijn pistool vallen, waarna er een schot afging. De kogel trof Jutte in het hart en hij was op slag dood. De juiste toedracht kon toen niet in de openbaarheid gebracht worden vanwege de Joodse onderduiker.
Anno 2020 zal de juiste toedracht nog steeds niet opgehelderd zijn.

Een week na de gebeurtenis schrijft de korpschef in het rapportenboek:
20.00 uur MORGENOCHTEND 6.50 UUR HET GEHEELE KORPS AAN HET POLITIEBUREAU PRESENT TOT HET DOEN VAN UITGELEIDE AAN WIJLEN WMR. JUTTE. LIJK WORDT PER AUTO NAAR DEN HAAG OVERGEBRACHT.
TENUE: OVERJAS, KOPPEL, ZOO MOGELIJK MET PISTOOL, SABEL EN BRUINE HANDSCHOENEN, RIJBROEK.

Na de bevrijding

Na de bevrijding wijst het Bureau Roerende goederen van NSB’ers en landverraders Zeist de woning annex bakkerij op Burgemeester Patijnlaan 134 van de twee NSB-families Fiesler met meubilair en al toe aan Aäron van der Hoek en diens gezin. Daar wordt op 27 november 1946 zoon Arjeh Joseph (Leo) geboren.

Annie Schat-Truschel heeft na de bevrijding de steun aan het echtpaar Van der Hoek-van Dam voortgezet. Lisa van der Hoek-van Dam heeft een zwakke gezondheid en daarom gaat Annie Schat-Truschel, inmiddels ook moeder van een peuter, er tweemaal daags heen om voor de pasgeboren baby te zorgen.

Weer later exploiteert Aäron van der Hoek een bakkerij op de Sumatralaan in Zeist.

Het gezin Van der Hoek-van Dam emigreert in 1950 naar Melbourne in Australië. Zoon Leo, overlijdt op 26 juli 1973 in Adelaide, Zuid-Australië, op 26-jarige leeftijd.

Op 19 september 1989 worden Pieter Anne en Johanna Schat-Truschel door Yad Vashem erkend als Rechtvaardigen onder de Volkeren.

Op 4 mei 1997 worden Aaron van der Hoek en zijn echtgenote geïnterviewd voor de Shoah Visual History Foundation.

Ouders van Aäron

De vader en moeder van Aäron (en Ben) heetten Levie en Grietje van der Hoek-de Haan. Hij was een koosjere bakker. Aäron werd ook bakker. Maar hij bakte ook niet koosjer brood. ( Hij werkte bij Piet Schat, waar hij ook bij onderdook). Voor Levie en Grietje is een gedenksteen onthuld op de plek waar de bakkerij was in Hilverum.

Bron

Reddingsverhaal Yad Vashem voor Pieter Anne en Johanna Schat-Truschel.
Interview dat Aäron Vanderhoek op 4 mei 1997 in Melbourne gaf aan Lara Singal van de Shoah Visual History Foundation.
Het dochtertje van Aäron en Lisa van der Hoek-van Dam was in onderduik bij Cornelis en Gijsbertje Zwanikken in Laren.
GA Zeist, 1499-5500, register van illegalen: ‘Eelke IJtsma’.
GA Zeist, 3500-271, politiedagrapporten 20 en 27 maart 1945 (de mysterieuze dood van politieman Piet Jutte).
D. van Ballegooijen, H.J. Groenevelt, R.P.M. Rhoen en K.M. Veenland-Heineman, Saterskop of heilige Hermandad, De geschiedenis van de huisvesting van de Zeister politie, Gemeentepolitie Zeist/District Binnensticht van de Politie Regio Utrecht, 1993, 126 (de mysterieuze dood van politieman Piet Jutte).