Door: Asta Diepen Stöpler
Janny van Bemmel – Donselaar: “Toen ik 5 was ging ik op mijn step met een tas aan het stuurtje naar mijn vader aan de Slotlaan om boter te brengen naar mijn vader.”
Herman en Jo van Donselaar openden de winkelwinkel in 1951 op Voorheuvel 54. In 1970 is de winkel gesloten vanwege toenemende concurrentie van de toenmalige supermarkt Kijkgrijp en de supermarkt van V&D. In 1972 verhuisden ze naar Nijenheim 91-19, vanwaar de melkbezorging werd voortgezet. Eind april 1991 is de zaak gesloten.
Janny van Bemmel – Donselaar (65) praat over de melkwinkel van haar ouders Herman en Jo van Donselaar.
Zeist had 50 melkboeren toen mijn ouders hun zaak openden. Mijn moeder stond in de winkel. Mensen kwamen van heinde en ver voor de oude en extra belegen kaas van kaasboer Lekkerkerker uit Woerden. Later verkochten we ook babyvoeding, blikken soep, knakworstjes, wijn en nog veel meer.
Mijn vader versierde graag de etalage. In de kersttijd deed hij extra zijn best en maakte van Bambinostenen een kerkje met een lichtje erin.
Mijn vader deed de melkwijk rond de Slotlaan en het Wilhelminapark. Eerst met een bakfiets, later een elektrische hond en tot slot een VW busje. Hij heeft 40 jaar bij veel vaste klanten bezorgd.
Ik was enig kind en moest al jong meehelpen. Toen ik 5 was ging ik op mijn step met een tas aan het stuurtje naar mijn vader aan de Slotlaan om boter te brengen naar mijn vader. Ook op zaterdagen en later door de week hielp ik in de winkel of in de wijk.
Als klanten niet thuis waren, mocht ik in de keuken kijken om te zien wat ze nodig hadden. Ik vulde de voorraad in de ijskast aan en schreef het in hun klantenboekje, de betaling kwam later wel.
Het was keihard werken. Een keer was het nóg zwaarder. In 1964 viel kerstavond op donderdag. Dit betekende dat we voor het hele weekend – 4 dagen – moesten bezorgen. Dus veel meer bestellingen. Daarboven op had de melkfabriek bedacht om tot slechts 22.00 uur open te zijn. Mijn vader vroeg de directeur of hij wel goed bij zijn hoofd was. We renden ons rot om alle bezorgingen op tijd rond te krijgen. Het is ons gelukt.
In de winter van 1969 was het zo koud, dat de radio een oproep deed om de melkboeren, bakkers en groenteboeren koffie of soep te geven. Bijna overal waar we aan huis kwamen, kregen we wat. Ook van mensen waar we anders nooit iets kregen, zoals in de Wilhelminparkflat. We durfden geen nee te zeggen, maar op het laatst konden we geen soep of koffie meer zien.
Mijn vader kreeg in 1991 ernstige hartproblemen en moest van de ene op de andere dag stoppen. Vriend en collega Co van Willigenburg zorgde voor de perfecte afhandeling van het bedrijf. Bij alle klanten haalde hij de uitstaande bedragen op. Tot op de cent nauwkeurig is alles keurig betaald. Collega’s en klanten organiseerden een afscheid voor hem. Hij kreeg veel kaarten, bloemen en cadeaus, hartverwarmend.
Dit artikel is al eerder verschenen in De Nieuwsbode op 18 mei 2016.