Door: Asta Diepen Stöpler
Kees Driessen: “Als scholier van de HBS moesten mijn broers en ik voor schooltijd, voor 08.30 uur, op zaterdag bestellingen rondbrengen.”
Grootvader Driessen begon in 1923 zijn poelierswinkel aan Nooitgedacht 74. Rond 1930 nam Jac. Driessen de zaak over, in 1975 opgevolgd door Kees Driessen. Het bedrijf verhuisde in 1987 naar Slotlaan 289. Kees Driessen stopte in 2001. Omdat er geen opvolger was deed hij de zaak over aan zijn medewerker Ben de Graaf. Kees Driessen vertelt over Jac.Driessen Poelier voor wild en gevogelte.
In Zeist waren meerdere Driessens met een poeliersbedrijf. Die van mijn grootvader was op Nooitgedacht 74, die van zijn neef H.C. Driessen aan de Jufferstraat.
Mijn vader Jacob nam de zaak op Nooitgedacht begin jaren ’30 over van opa. Vroeger werden de kippen bij de boer opgehaald en in de werkplaats achter de winkel geslacht. Naderhand had hij zelf batterijen om kuikens op te fokken tot ze slachtrijp waren. Begin jaren ’50 kwamen er slachterijen, die de kippen geslacht en schoon geplukt bij ons afleverden.
Als scholier van de HBS moesten mijn broers en ik voor schooltijd, voor 08.30 uur, op zaterdag bestellingen rondbrengen. Op de fiets naar Driebergen, Doorn, De Bilt, Den Dolder, Bilthoven. Weer of geen weer, je ging.
Elektrische koeling voor de jaren ’50 was er niet of financieel niet haalbaar. Met een transportfiets haalden we daarom elke dag vijf à zes grote zware blokken ijsstaven bij firma Strietman op de Jagerlaan, hoek Antonlaan. Op zaterdagavond gingen we rond 20.00 uur ijsstaven halen, om de koeling tot maandagochtend koud te houden.
We verkochten toen hele kippen, hazen, fazanten, eenden. In de jaren ’60 gingen de kippenbouten grif over de toonbank. De kippenborsten verkocht we aan een satéfabrikant in Huis ter Heide. Ons werk veranderde sterk toen klanten om voorbewerkte kipproducten vroegen: kiprollade, kipvinken, kipcordon bleu,kipburgers enzovoorts.
De eendenpopulatie bij Park Beek en Rooijen moest in opdracht van de gemeente Zeist twee keer per jaar uitgedund worden. Dit deden we ’s ochtends vroeg voordat er wandelaars kwamen en er aanstoot aan namen. Ook slachtten we overtollige
herten uit het Hertenkamp en steenbokken vlakbij het Jagershuis. Menig bistro en restaurant bestelden dit heerlijke wild bij ons. We importeerden ook wild uit de buitenlandse traditionele wildstreken.
Een kleine veertig jaar geleden nam de consumptie van wild een grote vlucht. Zoals bouten, filets en ruggen van hazen, eenden, reeën, herten en wildzwijn. Van de chef-kok van Figi kreeg ik een eenvoudig maar heerlijk recept voor boerenhazenpeper en wildragout. Die maakten we zelf in een gamel, een grote pan van 30 – 40 liter groot. Een paar honderd kilo per week ging elk najaar wel over de toonbank.
Omdat de winkel op Nooitgedacht te klein werd, verhuisden we naar de Slotlaan. Hier kon een koeltoonbank neergezet worden, die wel 3 keer groter was. De koelcel was nu net naast de winkel en niet meer op 30 meter afstand zoals dit op Nooitgedacht het geval was.
We leverden veel aan zakelijke klanten: horeca, verzorgingshuizen, bedrijfskantines, zelfs aan verschillend kazernes. Overal waar in Zeist of omgeving kip of wild geserveerd werd, leverden wij het aan.
Dit artikel is al eerder verschenen in De Nieuwsbode 30 december 2015.