Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Straatnamen - T en U

Hier vindt u de betekenis van alle straatnamen uit de gemeente Zeist beginnend met de letters T en U.

Talmalaan

Zeist
Op 30 maart 1951 genoemd naar Aritius Sijbrandus Talma (1864 – 1916), predikant te Heinenoord (Zuid-Holland), Vlissingen en Bennebroek. Hij werd in 1901 kamerlid, was leider van het Christelijk Werkliedenverbond en lid van de commissie voor advies van de woningstichting ‘Patrimonium’. Hij werd in 1914 veldprediker en was van 1908 – 1913 minister van Landbouw, Handel en Nijverheid. Hij ontwierp de wetten der arbeidersbescherming (Arbeidswet 1912, Steenhouwerswet, Stucadoorswet) en speciale verzekeringswetgeving. Hij bracht de Ziekte-, Invaliditeits- en Ouderdomswet en de Radenwet tot stand.

Uitspanning Bosch en Duin - voorheen Taveerne - particuliere collectie
Taveernelaan

Bosch en Duin
Op 17 november 1910 genoemd naar de aan het begin van deze laan gelegen uitspanning welke voorheen ‘Bosch en Duin’ heette, thans ‘De Hoefslag’.

Taxuslaan

Bosch en Duin
Behalve namen aan gemeentelijke wegen heeft het college van burgemeester en wethouders ook namen gegeven aan wegen op particulier terrein. Op 15 augustus 1995 en 17 september 1995 zijn in overleg met de eigenaren van bouwkavels in de hoek Dennenweg en Duin aan aldaar aan te leggen wegen respectievelijk de namen Larikslaan en Taxuslaan gegeven.

Dr. Antonius O.H. Tellegen
Antonius O.H. Tellegenlaan

Zeist
Op 20 oktober 1952 genoemd naar Antonius Otto Hermanus Tellegen, geboren 25 mei 1907 te Zwolle, directeur van de gemeentelijke geneeskundige- en gezondheidsdienst, wonende Hoog Kanje 9 te Zeist, omgekomen 23 oktober 1943 te Amsterdam.

Jonkheer G.F. van Tets van Goidschalxoord - particuliere collectie
Van Tetslaan

Zeist
Op 31 mei 1954 genoemd naar jhr. Gerard Frederik van Tets van Goidschalxoord (1875 – 1968). Raadslid gedurende verschillende perioden tussen 1903 en 1939, wethouder van 1916 – 1917. Bouwer en bewoner van huize “t Valckenbosch’.

Jan Thijssenlaan

Zeist
Op 3 februari 1964 genoemd naar Jan Thijssen, geboren 29 december 1908 te Bussum, electro-technisch ambtenaar. Hij was aanvankelijk medewerker van de O.D., waarvoor hij een radiodienst organiseerde. Richtte in mei 1943 de Raad van Verzet op. Als ‘lange Jan’ was hij de centrale figuur in deze overkoepelende organisatie en in een, het gehele land omspannende radio- en koeriersdienst. Hij werd op 8 maart 1945 bij de ‘Woeste Hoeve’ gefusilleerd.

Thorbeckelaan

Zeist
Op 3 november 1948 genoemd naar mr. Jan Rudolf Thorbecke (1798 – 1872), Nederlands staatsman, de voornaamste figuur van het Nederlandse liberalisme in de 19e eeuw. Hij trad op de voorgrond door zijn Aantekeningen op de Grondwet (1839), waarin hij het beleid van Koning Willem I afkeurde. Als Tweede Kamerlid diende hij in 1844 met nog 8 anderen het beroemde ‘Voorstel der Negen mannen’ in tot herziening van de Grondwet. Hij werd in 1848 voorzitter der Grondwetscommissie. Was 1e minister van 1849 – 1853. Hij bracht onder andere de Kieswet en de Provinciale wet (1850) alsmede de Gemeentewet (1851) tot stand en was van 1862 – 1866 en van 1871 – 1872 opnieuw 1e minister.

Tiendweg

Zeist
In een goederenlijst uit 1632 (zie Bronnen van Zeist, deel 11, bladzijde 274), wordt de Tiendweg ‘Stoetweger Thientweg’ genoemd, later ook kortweg de ‘Stoetweg’. Stoetwegen was een ambachtsheerlijkheid, groot 346 hectare, waarin in 1748 12 huizen stonden. Het werd in leen gehouden van het Sticht. Het Reglement op de politie der wegen en wateren in de gemeente Zeist van 4 januari 1826 omschrijft de Tiendweg als volgt: ‘De weg van den Hoef, zijnde de Tiendweg, langs de Wulperhorst, Stoetwegen en Zomerdijk tot de Odijkersteeg’. Het gedeelte van de ‘weg van den Hoef’, dat liep van het punt waar nu de Bunsinglaan begint tot aan de Odijkerweg, is in 1850 door de eigenaar, de heer J. Kol, opgebroken. Het gemeentebestuur van Zeist ging hiermede niet akkoord en verzocht de heer Kol meergenoemde weg weer in bruikbare staat te brengen (raadsbesluit van 2 januari 1851). Hieraan werd door hem geen gevolg gegeven. Nu doorsnijdt de spoorlijn dit weggedeelte. De naam Tiendweg wijst mogelijk op het bisschoppelijk recht om tienden te heffen. In het artikel ‘De bovenloop van de Linge, de Leidsche Vliet en Tiendwegen’ van D. L. de Jong in het tijdschrift Nederlands Aardrijkskundig Genootschap, deel 61, 1944 nr. 2 (maart), wordt een andere verklaring voor Tiendweg gegeven. Tiendweg zou afgeleid zijn van tien, tijen, trekken en eenvoudig betekenen trekweg, in latere tijd in Holland meer trekpad of jaagpad genoemd. Op de Zeister situatie is deze verklaring mijns inziens niet van toepassing. Naast de ‘Stoetweger Thientweg’ was er vroeger ook een ‘Cattenbroecker Tiendweg’ (zie Bronnen van Zeist, deel I, bladzijde 139). De Tiendweg werd vroeger ook Hoefschendijk en Zomerdijksche steeg genoemd.

Timmermanlaan

Zeist
De wijze waarop de naam Timmermanlaan tot stand is gekomen blijkt uit onderstaand stukje proza uit de notulen van de gemeenteraad van 17 januari 1924: ‘De heer Geijtenbeek brengt dank aan Burgemeester en Wethouders voor de zoo spoedige indiening van deze verbeteringsplannen, waardoor het algemeen belang zal zijn gediend, terwijl de verbetering tevens dienstbaar zal kunnen worden gemaakt aan de werkverruiming. Spr. kan zich echter niet vereenigen met het voorstel om dezen weg den naam te geven van Sloffenlaan. Er zijn natuurlijk legio andere namen te bedenken. Spr. zou willen voorstellen den weg te noemen naar de oudste inwoonster van Zeist, mejuffrouw Timmerman, die bijna 100 jaar is. Deze mejuffrouw Timmerman is mede eigenaresse van een gedeelte van den weg en zij heeft zich van den beginne af steeds bereid verklaard dat deel aan de gemeente af te staan. Spr. meent dat er te meer aanleiding is deze weg Timmermanlaan te noemen, omdat hij uitloopt op de Krullelaan en, deze beiden namen goed bij elkaar passen. De Voorzitter meent dat het in het algemeen wenschelijk is namen, die sedert jaren in den volksmond bestonden te behouden. Het publiek zal den weg toch nog langen tijd zoo blijven noemen. Overigens is het Burgemeester en Wethouders onverschillig hoe men dezen weg wil noemen. De heer Geijtenbeek zegt dat het door den Voorzitter bedoelde bezwaar in dit geval niet bestaat, want de naam Sloffenlaan heeft, voor zoo ver Spr. bekend is, hier nimmer bestaan. De heer Van de Poll zegt hier al langer te wonen dan de heer Geijtenbeek. Spr. heeft echter dezen weg ook nooit Sloffenlaan hooren noemen. Hij vindt dien naam leelijk en er is dus zijns inziens alles voor een anderen naam te kiezen. De heer Beunke had al willen vragen om een anderen naam. Nu is de heer Geijtenbeek hem voor geweest. Deze wil den weg Timmermanlaan noemen naar een 100-jarige juffrouwen meende dat die naam goed zou passen bij de Krullelaan. Dit is Spr. echter met den heer Geijtenbeek niet eens. Eerst komt de timmerman en daarna komen de krullen, maar niet omgekeerd. De heer Adriaanse zegt gaarne te willen onder doen voor den heer Van de Poll wat de kennis betreft van OudZeist. Toen Spr. in 1888 in de buurt van de Krullelaan kwam wonen, heeft hij echter al den naam Sloffenlaan hooren bezigen en sedertdien heeft Spr. dien weg nooit anders hooren noemen. De heer Geijtenbeek dient een amendement in, strekkende om in plaats van Sloffenlaan te lezen Timmermanlaan. Dit amendement in stemming gebracht, wordt aangenomen met 15 tegen 2 stemmen. Tegen de leden Beunke en s’Jacob. Het aldus gewijzigde voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen’. Uit het bevolkingsregister blijkt, dat de hierboven bedoelde juffrouw Timmerman de weduwe was van Christoffel Timmerman, die destijds de Krullelaan verhard heeft met krullen uit zijn aldaar gelegen werkplaats. Haar eigen naam was Catarina de Haan, ze was geboren 4 oktober 1826 en woonde Krullelaan 29. De heer Geijtenbeek deed dus onbewust een goede suggestie, want de krullen waren er niet eerder dan de timmerman, zoals de heer Beunke veronderstelde.

Tolakkerlaan

Zeist
De Tolakkerlaan herinnert aan één van de vele tollen op de toegangswegen naar Zeist. In het Reglement op de politie der wegen en wateren in de gemeente Zeist van 4 januari 1826 wordt gesproken over ‘De Tolakker op Oostbroek’, terwijl in de wijkindeling van 24 april 1895 sprake is van ‘Tolakkerlaan, van de grens van Bunnik tot die van De Bilt’. (Thans van Rijnsoever in de gemeente Utrecht tot de Bisschopsweg in de gemeente De Bilt).

Tolhuislaan

Bosch en Duin
De naam Tolhuislaan is nooit officieel vastgesteld. Op een kaart van de vereniging ‘Bosch en Duin’ van 1924 is de Tolhuislaan naamloos met een stippellijn aangegeven. In het Verslag van den Toestand der gemeente Zeist over het jaar 1924, staat onder meer: ‘In dit jaar werd de Eikenlaan nieuw aangelegd, alsmede de Tolhuislaan in Bosch en Duin’. De naam is ontleend aan de omstreeks 1912 naast het huis, hoek Tolhuislaan Taveernelaan geplaatste tol met daarnaast een draaihekje voor het doorlaten van voetgangers. De tol werd geplaatst na onenigheid tussen grondexploitanten uit Bilthoven en Bosch en Duin. De eerste bewoner van dit tolhuis was de heer J. A. B. Hoekjan, die in dienst was bij de heer J. F. des Tombe. De familie Des Tombe bewoonde de buitenplaats Biltseweg 8 (‘De Witte Hei’), sedert 1968 in gebruik bij de stichting ‘Het Nederlands Bijbelinstituut’ onder de naam ‘De Nieuwe Koppel’.

Tollenslaan

Zeist
Genoemd naar Hendrik (Henricus) Franciscus Tollens (1780 – 1856), Nederlands dichter en koopman in verfstoffen. De meest populaire dichter in de eerste helft van de 19e eeuw. Hij schreef onder andere Wien Neerlands Bloed. Zie ook bij Jan Pieter Heijelaan.

Traayweg

Austerlitz
De Traayweg, ook Traay genoemd (lopende van Driebergen tot aan de Woudenbergseweg nabij de pyramide van Austerlitz), is een zeer oude weg waarvan de naam vermoedelijk ontleend is aan tra of trade, hetgeen in de middeleeuwen de betekenis had van: spoor, voetspoor; ook pad, weg en in het algemeen plaats waar men treedt of gaat, baan.

Prof. M.W.F. Treublaan

Zeist
Op 30 maart 1951 genoemd naar dr. Marie Willem Frederik Treub (1858 – 1931), Nederlands staatsman, jurist en econoom; 1913 – 1914 minister van Landbouw, 1914 – 1916 en 1917 – 1918 minister van Financiën. Hij bood op geniale wijze het hoofd aan de ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog ontstane monetaire moeilijkheden.

Troelstralaan

Zeist
Op 30 maart 1951 genoemd naar mr. Pieter Jelles Troelstra (1860 – 1930), Nederlands sociaaldemocratisch staatsman, Fries dichter, advocaat. Sloot zich in 1890 aan bij de Sociaal-Democratische Bond. Raakte in conflict met F. Domela Nieuwenhuis en richtte met 11 anderen in 1894 de Sociaal Democratische Arbeiders Partij op, waarvan hij de leider werd. 1897-1925 lid Tweede Kamer. Hoofdredacteur van Het Volk 1900-1903. Streed vooral voor algemeen kiesrecht.

Trompenburg

Huis ter Heide
Op 20 december 2011 is aan één van de nieuwe straten op het terrein van Beukbergen de naam Dennenburg gegeven. Trompenburg is een buitenplaats in de provincie Noord-Holland (‘s-Graveland). Er is voor de namen van buitenplaatsen gekozen, zodat de namen passen bij de naam Beukbergen, ook een buitenplaats.

Tulpstraat

Zeist
Op 5 april 1906 zijn aan de nieuw aangelegde wegen in de nabijheid van de Driestlaan (Hortensialaan) de namen Dahliastraat, Leliestraat, Rozenstraat en Tulpstraat gegeven. Zie ook bij Dahliastraat.

Tussen de Dennen

Zeist
Op 18 november 1920 is deze voor zich sprekende naam gegeven aan een van de eerste wegen welke in het Kerckebosch bebouwd werden.

Burgemeester van Tuyll-laan

Zeist
Op 31 mei 1954 genoemd naar mr. Cornelis Jan Baron van Tuyll van Serooskerken (1869-1945). Burgemeester van Zeist van 28 augustus 1919 tot 1 juli 1934.

Universumlaan

Huis ter Heide
Op 8 april 2009 is aan één van de straten in de nieuwe woonwijk Sterrenberg de naam Universumlaan gegeven. De namen zijn gekozen door Stichting Abrona, omdat er op het terrein ook mensen met een verstandelijke beperking wonen en zij moeten de namen kunnen begrijpen. De naam Universumlaan past binnen het thema Sterren.

Utrechtseweg ter hoogte van Eikenstein (foto uit 1933)
Utrechtseweg

Zeist
De Utrechtseweg, genoemd naar de ligging van de weg in de richting van Utrecht, heeft eerst in het begin van de negentiende eeuw – na de bouw van de buitenplaatsen – zijn functie van belangrijke verbindingsweg tussen Zeist en Utrecht via De Bilt gekregen. Eeuwenlang liep de verbinding tussen Zeist en Utrecht namelijk via Bunnik, hetzij via de Kroostweg bij de Brink, hetzij via de Bisschopsweg bij het wegenknooppunt ‘De Blauwe Schorteldoek’, op de grens van De Bilt en Zeist. In 1808 werd nog gesproken van het goed ‘Kersberge n’, gelegen aan de Utrechtse Zandweg, maar kort daarop (omstreeks 1811) is de weg van bestrating voorzien. In de notulen van de gemeenteraad van 8 mei 1818 is sprake van de kerk (‘De Oude Kerk ‘) aan de Nieuwe Straatweg.