Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Woudenbergseweg 36 en 38

Door: Dick van de Kamp

Aan de Woudenbergseweg 36 staat een huis dat vanouds “Bagatelle” heette. Dit landhuis is een van de oudste villa’s aan deze weg. Het is gebouwd tussen 1860 en 1870.

Bagatelle

Het huis wordt gekenmerkt door een sobere chaletstijl. Het is symmetrisch en kent een smalle middenpartij met een zadeldak. Er is een oorspronkelijk smeedijzeren hek met twee ingangen. Hierop kon je de naam van het huis lezen. “Bagatelle” kan betekenen “kleinigheid”, maar ook een bepaald muziekstuk. Vermoedelijk is het eerste bedoeld. Er zijn in Zeist namelijk grotere landhuizen te vinden. Het gebouw staat op de lijst van Gemeentelijke Monumenten.

Toegangshek Woudenbergseweg 36
Fabriek van Mijnhardt aan de Utrechtseweg
Andries Mijnhardt

Op 8 juni 1914 vestigt zich in Zeist A. (Andries) Mijnhardt met zijn gezin. Hij komt uit Den Helder en heeft daar zijn drogisterij verkocht. Hij gaat wonen aan de Woudenbergseweg 36.
Hij wil een farmaceutische fabriek oprichten en begint direct met de productie in zijn eigen huis. In 1916 krijgt hij de vergunning voor de bouw van een fabriek, deze fabriek verrijst aan de Utrechtseweg. Niet lang hierna verhuist het gezin naar een grotere villa gelegen aan de Woudenbergseweg 21. Het huis heet Riendelwoud en later “Sonnehaerdt”. Het ligt tegenover Woudschoten.

De fabriek van Mijnhardt was wijd en zijd bekend. Het bedrijf groeide sterk en in 1921 telde het al 42 werknemers en in 1970 75. Vele bekende producten werden er gemaakt, waaronder Ivorol tandpasta en Purol zalf. In 1970 werd Mijnhardt N.V overgenomen door Erdal. Blijkbaar zijn de kosten voor onderzoek alleen door grotere bedrijven op te brengen.

Marinus Ruppert

Marinus Ruppert, de voorzitter van het CNV (1947 – 1959), woonde met vrouw en 7 kinderen aan de Prof. Sproncklaan 1-G. In 1959 werd hij benoemd tot lid van de Raad van State. Het huis aan de Prof. Sproncklaan was eigendom van het CNV. Het huis werd te klein voor het grote gezin en nu Ruppert het CNV verlaten had, ging hij op zoek naar een andere woning. Chris Becker was bedrijfsleider bij Mijnhardt, hij kende Ruppert goed. Beiden waren lid van de Evangelisch-Lutherse Gemeente. Becker gaf de tip dat Woudenbergseweg 36 leeg kwam. Het gebouw was inmiddels eigendom van het pensioenfonds van Mijnhardt. Nadat het huis grondig was opgeknapt, trok de familie Ruppert er in.

De Ruppert’s hebben hier een fijne tijd gehad, zo vertelt mij de oudste zoon Hans. Hijzelf is na enige omzwervingen weer in Zeist komen wonen en woont er nu al meer dan 33 jaar. In 1968 is de familie Ruppert met drie kinderen naar Wassenaar verhuisd. Op 1 september 1973 werd Ruppert vice-voorzitter van de Raad van State. De persoon die deze belangrijke functie vervult, wordt vaak als “onderkoning” aangeduid. Onlangs was ik op bezoek bij Hans Ruppert, we kwamen tijd te kort. Hij vertelde mooie verhalen. Te veel om hier weer te geven. Ik beperk me tot een anekdote.

Toen de familie Ruppert net haar intrek had genomen is de hele familie Mijnhardt uitgenodigd voor een feestje. Opa Mijnhardt (de oprichter) met zijn jonge vrouw, die naast de fabriek woonden, de twee directeuren Frits (die aan de Waterigeweg woonde) en Theo, die aan de Lyceumlaan woonde. ” Ik mocht Machteld, de dochter van “opa” uit zijn tweede huwelijk, met de chevrolet van Mijnhardt ophalen. Ze was ongeveer net zo oud als ik.”, vertelt Hans Ruppert met een brede glimlach. Opa Mijnhardt had zijn memoires geschreven en we kregen een exemplaar uitgereikt.

Marinus Ruppert
Woudenbergseweg 38 Lutherkapel

De Evangelisch-Lutherse Gemeente in Zeist is betrekkelijk jong. In 1932 is Zeist als filiaalgemeente van Utrecht gesticht en in 1946 werd de Gemeente zelfstandig met 290 leden en 121 doopleden. De Evangelisch-Lutherse gemeente heeft op diverse plaatsen haar diensten gehouden. In de Doopsgezinde kerk, later in een ruimte van de Gereformeerde Kerk en van de Evangelische Broedergemeente. Vanaf 1949 werd gekerkt in de recreatiezaal van de NBM bij het station.

Er is natuurlijk gespaard voor een eigen onderkomen. De percelen Nooitgedacht 20/22 werden in 1950 daarvoor aangekocht. In 1961 werden deze percelen geruild voor dat van Woudenbergseweg 38. Dat klopt met de gegevens uit de adresboeken van Zeist van 1963 en 1967. In 1963 woont expediteur A. Elmers aan de Woudenbergseweg 38 en in 1967 woont hij op Nooitgedacht 20.

Bouw Lutherkapel in 1965-1966 aan de Woudenbergseweg 38

Het oude koetshuis (huisnummer 38), dat ooit bij “Bagatelle” hoorde, moest worden gesloopt. Het koetshuis was heel herkenbaar. Naast de staldeuren waren op de gevel twee paardenhoofden te zien. De nieuwbouw begon in 1964. En in 1965 kon de Lutherkapel worden ingewijd. Het ontwerp was van Joh.A. Wentinck uit Baarn. Het gebouw staat niet op de lijst van Gemeentelijke Monumenten.

Woudenbergseweg 38 Paardenstal Voor Bouw Lutherkapel
Lutherkapel Woudenbergseweg 38 in 1966

Het gebouw maakt een compacte indruk en is duidelijk herkenbaar als kerk door de klokkenstoel op het dak. De kelder bevat een gemeentezaal. De stenen zijn gemengd gekleurd en ongelijk gelegd wat een dynamische indruk geeft. Het interieur is licht door de hoge ramen en de kleuren zorgen voor een intieme sfeer. De muur voor in de kerk lijkt door de kleur en de stenen te bewegen. De bakstenen wand is ruw gemetseld en bevat misbaksels. De aandacht wordt op deze manier naar het houten kruis getrokken. De metselaars begrepen aanvankelijk niet wat de bedoeling was. Ze wilden een keurige muur metselen! De architect wees hen op de symbolische betekenis ervan. De achtergrond, de maatschappij is niet evenwichtig en keurig; zij kent ook misvormden (=misbaksels).

In 1968 werd een kerkorgel aangeschaft. Het “harmoniumtijdperk” was hiermee afgesloten.

Het is niet toevallig dat de Lutherkapel is gebouwd aan de Woudenbergseweg 38. De gemeenteleden M. Ruppert en Chr. Becker hebben ongetwijfeld veel invloed gehad op de vraag op welke plaats de kapel moest komen en hoe hij er uit moest zien.

In 2017 wordt herdacht dat de Reformatie 500 jaar geleden begon. Luther’s naam is daaraan onlosmakelijk verbonden. Het is goed daarom om aandacht te besteden aan de kapel in Zeist die zijn naam draagt.

Bron: “Dag van het religieus erfgoed Zeist”, oktober 2010.