Gedenksteentjes Tweede Wereldoorlog

Terug naar overzichtTerug naar overzicht
Gedenksteentjes Tweede Wereldoorlog

In Zeist wordt een serie van gedenksteentjes onthuld die herinneren aan bijzonder plekken en gebeurtenissen die in de Tweede Wereldoorlog in Zeist hebben plaatsgevonden. Zo ontstaat een blijvende route die de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in stand houdt. Hier vindt u een overzicht van alle onthulde gedenksteentjes.

Onderduikadres in Zeist op de Montaubanstraat
Montaubanstraat 20: onderduikadres

Op 20 februari 2020 is een 4e gedenksteentje onthuld door de zoon van mevrouw Velema – Van Riessen bij de Montaubanstraat 20 ter nagedachtenis aan het onderduikadres.

Villa Bene-Sita werd in de Tweede Wereldoorlog gebruikt als onderduikadres voor de Joodse Karl Georg Mazur en zijn vrouw Anna. Zij waren oorspronkelijk afkomstig uit Oostenrijk. In mei 1940 kwam het Joodse echtpaar met hun zoon Peter in Zeist terecht. Ze hielden zich op verschillende adressen schuil tot het echtpaar  in 1943 mochten onderduiken bij de familie Van Riessen.  Hun zoon Peter werd ondergebracht in Drenthe.Het echtpaar Mazur en hun zoon Peter hebben de oorlog overleefd.

Politiebureau Zeist Utrechtseweg: bevrijding van 10 joodse gevangenen uit het politiebureau

Op 22 januari 2020 zijn 3 gedenksteentjes onthuld bij het politiebureau aan de Utrechtseweg ter nagedachtenis aan de bevrijding van 10 joodse gevangenen uit het politiebureau. De 3 steentjes zijn voor:

  • de commandant van de LO/LKP Piet van den Top
  • Rudy Beeskow
  • de 10 bevrijde Joodse gevangen

Het is precies 75 jaar geleden dat het Zeister verzet de bevrijding van 10 Joden uit het politiebureau organiseerde. Men was op de hoogte van het feit dat de 10 Joodse gevangenen vroeg in de morgen op de 22e januari 1945 zouden worden opgehaald door de Duitsers en via Utrecht naar Westerbork zouden worden gebracht. Een gedeserteerde Duitser (Rudi de Mof) zou samen met Jan Stroomenbergh gekleed in Duits uniform de Joden ophalen en in vrijheid brengen. Er werd een transportorder nagemaakt. Verder werd een vrachtauto “geleend”en voorzien van een kenteken van de Duitse politie. De wachtdoende politieman gaf de sleutels. De Joden werden hardhandig naar buiten gebracht en in de vrachtwagen geduwd. Via de Arnhemse Bovenweg ging het naar Driebergen. Vlak bij de spoorwegovergang werden de gevangenen vrij gelaten. Ze werden opgehaald door verzetsmensen in Driebergen en naar veilige adressen gebracht. Allen overleefden.

Onthulde gedenkstenen bij het politiebureau van Zeist
Jan Schep (1898-1945) - 1938
Krullelaan 8: Jan Schep

Op 18 oktober 2019 is het 2e gedenksteentje onthuld bij de Krullelaan 8 ter nagedachtenis aan Jan Schep.

Jan Schep ging in 1919 wonen op de Krullelaan in Zeist. Hij was een belangrijke verzetsstrijder. Door zijn werk bij de gemeente Zeist op de afdeling Burgerlijke Stand heeft hij vele Joden, onderduikers en verzetsmensen gered door Persoonsbewijzen te verstrekken. Naar schatting 1700 personen waren clandestien in het bevolkingsregister opgenomen onder een fictieve naam. Op 15 augustus 1944 werd Jan Schep door de SD gearresteerd. Via Scheveningen en Vught  is hij naar  Sachsenhausen gebracht. Volgens het Rode kruis is hij tussen 5 april en 31 mei in het kamp Bergen Belsen overleden.

Herenlaan 32: Catharinus Stomp

Op 25 april 2019 is door de heer Catharinus jr. een gedenksteentje onthuld bij de Herenlaan 32 ter nagedachtenis aan Catharinus Stomp.

Catharinus Stomp was een Zeister verzetsstrijder, die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de oprichting en het werk van de Landelijke Organisatie voor onderduikers. Catharinus Stomp werd net als zijn vader en broer, die ook actief waren  in het verzet, gearresteerd. Hij werd veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en overgebracht naar de gevangenis in Reinsbach in Duitsland. Daar is hij vlak na de bevrijding in mei 1945 overleden.

Gedenksteen WOII verzetsstrijder Catharinus Stomp
Krantenknipsel Zusterplein 1949
Kerk aan het Zusterplein: duizenden vluchtelingen opgevangen

Op 24 september is een gedenksteentje gelegd voor de kerk aan het Zusterplein ter herennering aan de opvang van duizenden vluchtelingen. In Zeist zijn in 1944 rond de 8500 vluchtelingen opgevangen. Duizenden vluchtelingen zijn door Zeist heen getrokken. Hun aantal wordt op rond de 50.000 mensen geschat.

Baarnseweg 36: D. Inden-Reiss, T. Inden en J.H. Scheps

Op vrijdag 29 oktober 2021 zijn 3 gedenksteentjes onthult op de Baarnseweg 36 ter herinnering aan D. Inden-Reiss, T. Inden, J.H. Scheps.

Op de Baarnseweg 36 zijn 2 gedenksteentjes geplaatst. Op de steen voor J.H. Scheps staat: “Hij streed tegen de bezetter door middel van het woord. Vormde met het echtpaar Inden-Reiss een verzetskern”. Op de steen voor het echtpaar Inden-Reiss staat “Verzetsstrijders en jodenhelpers. Vormden met J.H. Scheps een verzetskern”.

Lees meer over het gedenksteentje voor D. Inden-Reiss.

Baarnseweg 49: D. van de Wetering

Op de Baarnseweg 49 is op vrijdag 29 oktober 2021 een gedenksteentje geplaatst voor D. van de Wetering. Op deze steen staat de tekst: “Eigenaar van een danslokaal. In oorlogstijd zorgde hij voor broodnodige verstrooiing. Dat kostte hem het leven”. Lees meer over het gedenksteentje voor D. van de Wetering.

Waterige weg 31: familie Bannet

In deze woning woonde in WOII de vooraanstaande Joodse familie Bannet. Het gezin bestond uit vader, moeder, 2 zonen en 2 dochters. In 1942 kregen zij een oproep om zich te melden in Amsterdam. De familie besloot hieraan geen gehoor te geven en te vluchten naar Zweden. De vluchtpoging liep niet goed af. Op het station in Groningen werd het hele gezin gearresteerd en via kamp Westerbork overgebracht naar Auschwitz waar het gezin werd vermoord. Lees meer over de familie Bannet.

Frank van Borselenlaan 2

Op dit adres gaf het echtpaar Den Hoed onderdak aan het Joodse echtpaar Vischschraper. Hun 2 dochtertjes waren elders ondergebracht. Op 18 augustus 1944 werd er door verraad een inval gedaan in de woningen Frank van Borselenlaan 2 en 4. Mevrouw Vischschraper wist te ontkomen door zich in de dakgoot te verstoppen. Zij en haar 2 dochtertjes overleefden de oorlog. Meneer Vischschraper bezweek eind 1944 in kamp Hailfingen. Lees meer over Frank van Borselenlaan 2.

Frank van Borselenlaan 4

Ko Vrij woonde met haar dochter en zoon sinds 1940 in deze woning. Tijdens de oorlog gaf zij onderdak aan het gezin Posener, het gezin Komkommer,Schoontje, Soesman en Leny Velleman. Op 18 augustus 1944 werd een inval gedaan. Van de 7 mensen die op dit adres onderdoken, overleefden er 3 de oorlog. De anderen werden in concentratiekamp Mauthausen en Auschwitz vermoord. Lees meer over Frank van Borselenlaan 4

Frank van Borselenlaan 8: Joop Meijer

Verzekeringsagent Joop Meijer woonde met zijn vrouw en zoontje aan de Frank van Borselenaan 8. Joop was actief in het verzet. Hij verzamelde onder meer militaire inlichtingen, transporteerde wapens, bood hulp aan onderduikers en vliegtuigbemanningen. In februari 1945 werd hij verraden en gearresteerd. Hij werd overgebracht naar de strafgevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht. Joop werd zonder proces als represaille op 16 april 1945 op Fort de Bilt gefusilleerd.

2e Dorpsstraat 32B: Gerrit Leijte

Al in juli 1942 werd aan Gerrit Leijte gevraagd of hij onderduik kon regelen voor twee joodse kinderen. Hij sloot zich aan bij de Groep-Brommet en maakte daarbij intensief gebruik van zijn verbinding met Zeist. Aldus werd Gerrit Leijte één van de eerste jodenhelpers in Zeist. Zijn Zeister onderduikorganisatie bestond uiteindelijk uit circa 20 mensen, waaronder zoon Rien en schoondochter Marie Leijte-Prins. Zij hebben vele Joodse mensen geholpen. Lees meer over Gerrit Leijte.

Krugerlaan 7 en 9 en Jagerlaan 22A: Fritsje Posener, Jos Frankfoorder en Jacky Jäger

In juli 1943 duikt het joodse echtpaar Posener-Goudsmit onder bij Ko Vrij aan de Frank van Borselenlaan 4. Hun tweejarige zoontje Frits wordt ondergebracht bij de familie Hardeman aan de Krugerlaan 9.

Jos Frankfoorder wordt in 1943 bij de heer en mevrouw Jacobi aan de Krugerlaan 7 gebracht. Zijn moeder is gearresteerd. Jos is een baby van 9 maanden oud. Een tijdje later komt ook Jacky Jäger van 6 bij het gezin te wonen. Op de dag van de arrestatie van het buurjongetje Frits worden ook Jos en Jacky gearresteerd. Beide jongetjes komen in de weeshuisbarak van Westerbork terecht. Op 13 december 1944 worden de jongens met het laatste kindertransport uit Westerbork naar Bergen-Belsen gebracht. Lees meer over Fritsje Posener, Jos Frankfoorder en Jacky Jäger.

Wallenburg 3

Landgoed Wallenburg is een landgoed in Boswachterij Austerlitz. Het landgoed is genoemd naar de hofstede Wallenburg. Er staan op het landgoed drie huisjes met de nummers 1, 2 en 3, die midden in het bos liggen. Vermoedelijk is een van deze huisjes het onderduikadres geweest van het joodse gezin Löwenthal-Hoek, bestaande uit het echtpaar Gerd en Diena Löwenthal-Hoek en twee hun zoontjes van drie en een jaar. Lees meer over het gedenksteentje Wallenburg 3.

Lindenlaan 23

Lyceum in oorlogsjaren

Tekst uit het boek “een bijzondere school” van Michiel van Diggelen

In 1922 werd het Christelijk lyceum gevestigd aan de Lindenlaan 23. Het Lyceum was een combinatie van een gymnasium en H.B.S. Bijzonder was, dat in de vooroorlogse jaren de school bezocht werd door vrijwel alle leerlingen uit Zeist en omgeving. Ook bijzonder was, dat een deel van de leerlingen geïnterneerd was aan het jongensinternaat aan de Krakelingweg. Lees verder over het gedenksteentje voor Lindenlaan 23.

 

Homerus 18

Sijke Pool (1924), die betrokken zal raken bij het illegale werk in Zeist, zit tijdens de eerste jaren van de bezetting op het Christelijk Lyceum, aan de Lindenlaan. Daar volgt ze Gymnasium B en één van haar leraren is meneer Samsom. Antonie Samsom is een van de leraren van het Christelijk Lyceum, die het niet bij afkeuring alleen laat, maar zich zal ontfermen over joodse onderduikers. Lees verder over het gedenksteentje voor Homeruslaan 18.

 

Homerus 57

Joke Folmer was een bijzondere vrouw. Op 1 juli 2023 zou ze 100 jaar geworden zijn. In haar lange leven heeft ze veel meegemaakt.

Joke is opgegroeid in Nederlands Indie. In 1938 kwam de familie Folmer terug naar Nederland. Ze vestigden zich in Zeist aan de Homeruslaan 57. Joke bezocht het Christelijk Lyceum. Ze kwam te zitten naast een joods meisje. Ze heette Rosette Bannet. Rosette werd haar hartsvriendin. Toen Rosette niet meer naar school mocht heeft Joke haar op verzoek van haar wiskundeleraar huiswerk gebracht. De behandeling van de Joden en het verdwijnen van Rosette hebben Joke zeer geraakt. Ze was vreselijk boos. Dit was samen met de anti Duitse sfeer op het Lyceum de aanleiding om in het verzet te gaan. Lees verder over het gedenksteentje voor Homerus 57.

Burgemeester Pantijnlaan 49

Aäron van der Hoek, die tot 1942 in Hilversum een koosjere bakkerij heeft gedreven, zit met zijn vrouw Lisa van der Hoek-van Dam ondergedoken in Utrecht, vanwaar hij op en neer reist voor zijn werk in de bakkerij van Pieter Schat in Zeist. Als Aäron in de herfst van 1943 gedwongen is zijn Utrechtse schuilplaats te verlaten, zorgt Toon van de Kamp ervoor, dat hij bij het echtpaar Pieter en Annie Schat-Truschel kan onderduiken. Lees meer over Aäron van der Hoek.

Blikkenburgerlaan 1

Piet van Dijck werd geboren op 2 januari 1919 aan de Blikkenburgerlaan 1. Piet had drie zussen en drie broers. Een zusje en broertje zijn op zeer jonge leeftijd overleden. De vader van Piet was inspecteur van de Rijksaccountantsdienst. Het gezin van Dijck was gereformeerd. In zijn jonge jaren ging Piet eerst naar de jongensschool van de Broedergemeente, maar later naar de gereformeerde school “Beatrix” aan de Walkartweg. Lees verder over Piet van Dijck.

Jan Meerdinklaan 20

In de woning Jan Meerdinklaan 20 wonen de zussen Huibertje en Cornelia de Man. In juli 1943 laten ze twee Joodse echtparen in hun huis onderduiken. (Zie de gedenksteentjes.) Arnold Bouwman is het zoontje van Barend en Louise. Hij wordt bij een gezin in Driebergen ondergebracht. Lees verder over de onderduikers van de Jan Meerdinklaan.

Lindenlaan 7

Het gezin Coumou-van Vooren woont aan de Lindenlaan 7. Moeder Jannetje, vader Dingeman, dochter Catharina Louise (To) en zoon Pieter. Na 20 jaar in Nederlands-Indië gaan ze terug naar Nederland. Op de terugreis door Duitsland zien ze wat nationaal-socialisme betekent.

Vader: ‘Ik kom hier nooit meer zolang het nationaal-socialisme de dienst uitmaakt.’ Lees verder over het gezon Coumou-van Vooren.

Acacialaan 18a

Tijdens de bezetting maakt het gezin Beckman-Halkema veel heftige gebeurtenissen mee.

In augustus 1940 vallen er bommen in hun tuin aan de Acacialaan 18. Bomscherven doorboren het houten huis. Dochter Eugenie Beckman (18 jaar) wordt gedood.

Vader Karel Beckman wordt in december 1940 gearresteerd voor ‘openlijk Duits-vijandig gedrag’. Bijna vier jaar later sterft hij in een Duits concentratiekamp. Lees verder over de familie Beckman.

Eikenlaan 21

Onderduiken bij de familie Visser

Hendrik en Bets Visser wonen tijdens de bezetting met hun drie kinderen aan de Eikenlaan 21. Zij hebben daar een radiowinkel. In de zomer van 1942 bieden zij onderduik aan Elly Blazer. Elly Blazer is 22 jaar oud. Haar zus Panny besluit niet onder te duiken. De ouders van Elly proberen te vluchten naar Zwitserland. Lees verder over de familie Visser.

Eikenlaan 9

Gerard en Jans Kollaard-Stroomenbergh geven onderduik aan drie mensen, het echtpaar Van Dam-Benima en David Wiesebron. Lees verder over Eikenlaan 9.